Mag ziekenhuis strafregisteruittreksel eisen bij uw aanwerving?

Die vraag, of een arts de deontologische plicht heeft om een uittreksel uit zijn strafregister voor te leggen op vraag van de medische directie van een ziekenhuisinstelling als voorwaarde voor de aanwerving, onderzocht de nationale raad.

De wet spreekt zich hier niet sluitend over uit. Het algemeen principe luidt immers dat het een werkgever is verboden om vragen te stellen over het gerechtelijk verleden van een sollicitant.

Bovendien zegt de algemene gegevensverordeing  dat persoonsgegevens over strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten (…) alleen worden verwerkt onder toezicht van de overheid of indien de verwerking is toegestaan bij Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke bepalingen die passende waarborgen voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen bieden. Omvattende registers van strafrechtelijke veroordelingen mogen alleen worden bijgehouden onder toezicht van de overheid.

Toch zijn er afwijkingen mogelijk, maar de zaak werd er niet eenvoudiger op met de invoering van de - overigens fel bekritiseerde - Kwaliteitswet. Voor die invoering was het de taak van de provinciale geneeskundige commissies om de belanghebbende personen in te lichten omtrent genomen beslissingen door de rechtbanken, inzake de uitoefening van de activiteit van de arts. Zo werd onder meer de hoofdarts van de instelling waarin de betrokkene als arts-specialist werkt, op de hoogte gebracht van deze beslissingen.

In die zin bestond er een discrepantie tussen enerzijds een arts-specialist die nog niet was aangeworven in een ziekenhuisinstelling en anderzijds een arts-specialist die er reeds werkte. Omdat hiervoor geen logische verklaring is, kan worden aangenomen dat de hoofdarts van de ziekenhuisinstelling ook gerechtigd was om het gerechtelijk verleden van de solliciterende arts-specialist na te gaan, minstens de provinciale geneeskundige commissies te ondervragen over de beslissingen door de rechtbanken waarvan zij kennis hadden.

Na de Kwaliteitswet

Sinds de inwerkingtreding van de Kwaliteitswet, die de provinciale geneeskundige commissies heeft afgeschaft, wordt deze communicatie van beslissingen door rechtbanken niet meer gegarandeerd. De Kwaliteitswet voorziet slechts in een communicatie van de door de Toezichtcommissie genomen maatregelen aan het FAGG, het RIZIV, en desgevallend de patiënt, de gezondheidszorgbeoefenaar of de instantie die een klacht indiende en andere belanghebbende personen en instanties. Eventueel kan men nog andere instanties aanwijzen die op de hoogte moeten worden gebracht. En dan meent de nationale raad dat ook de ziekenhuisinstellingen waar de arts werkt, op de hoogte worden gebracht van de genomen maatregelen.

De omzendbrief nr. 08/2014 van het College van Procureurs-generaal bij de hoven van beroep van 9 januari 2020 bepaalt de voorwaarden voor het openbaar ministerie om veroordelingen van o.m. aanranding van de eerbaarheid, verkrachting, het bezit van kinderporno en mishandeling van een kwetsbare persoon, mee te delen aan de gezondheidszorginstelling waar de veroordeelde arts werkt. Dat moet dus ook voor ziekenhuizen als het om  de genoemde veroordelingen gaat, tijdens de aanwervingsprocedure. Idem dito voor wat geldt voor de omgang met minderjarigen en de wetgeving daaromtrent. Elke ziekenhuisinstelling is onder meer verantwoordelijk voor de medische begeleiding van minderjarigen. 

Maar het uittreksel uit het strafregister kunnen opvragen bij de aanwervingsprocedure is dus niet wetteljk vastgelegd.

Wel moeten artsen bij de aanvraag tot inschrijving op de lijst van de Orde der artsen een uittreksel uit het strafregister voegen dat niet meer dan drie maanden terug gedagtekend is. Logisch vermits de Orde moet kunnen nagaan of de inschrijvende arts een strafrechtelijk verleden heeft dat niet strookt met de eer en de waardigheid van het artsenberoep. Evenzeer moet een ziekenhuisinstelling de mogelijkheid hebben om bij de aanwerving het gedrag van een arts te controleren ter garantie van de kwaliteit en integriteit van de instelling.

Deontologisch kader
Het mag dan juridische betwistbaar zijn, voor de Orde heeft elke arts de deontologische plicht een uittreksel uit het strafregister, model art. 595 en model art. 596.2, af te leveren op vraag van de medische directie van de ziekenhuisinstelling.

Artsen hebben de deontologische plicht, omwille van de verantwoordelijkheden die gepaard gaan met de uitoefening van hun functie, van onberispelijk gedrag te zijn en dienen te beantwoorden aan de legitieme verwachtingen en het vertrouwen dat de patiënt in hem stelt of moet kunnen stellen.

Solliciterende artsen hebben bovendien de deontologische plicht mee te werken aan het risico- en voorzichtigheidsprincipe dat de ziekenhuisinstelling in acht dient te nemen bij de selectieprocedure van het artsenkorps.

Niet stelselmatig weigeren

Er dient evenwel te worden opgemerkt dat de arts die in het verleden een strafrechtelijke veroordeling heeft opgelopen, niet stelselmatig mag worden geweigerd. Geval per geval moet worden afgewogen of een weigering opportuun is, rekening houdend met de beginselen van medische deontologie.

Ten slotte dient de ziekenhuisinstelling garant te staan voor de rechten inzake privacy van de solliciterende arts. In de algemene regeling van het ziekenhuis moeten minstens de voorwaarden van aanwerving worden opgenomen. Dus duidelijk bepalen:

  • of een uittreksel uit het strafregister zal worden opgevraagd bij de aanwerving;
    wat de beweegredenen hiervoor zijn;
  • welke veroordelingen de basis kunnen vormen van een weigering;
  • hoe het beoordelingsproces verloopt, dat niet discriminerend mag zijn;
  • wie inzage heeft tot deze persoonsgegevens;
  • hoelang deze persoonsgegevens worden bewaard, hetgeen niet langer mag zijn dan de duur van de aanwervingsprocedure.
     

Besluit
De solliciterende ziekenhuisarts heeft de deontologische plicht om tijdens de aanwervingsprocedure een uittreksel uit zijn strafregister, model art. 595 en model art. 596.2, af te leveren, indien dit door de medische directie van de ziekenhuisinstelling wordt opgevraagd, ter waarborg van de principes van medische deontologie. De ziekenhuisinstelling dient de persoonsgegevens van de betrokken arts te verwerken met respect voor de beginselen inzake privacy en non-discriminatie.

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.