Het onuitgesproken contract dat de overheid bij het begin van de pandemie met de bevolking sloot om aan crisisbeheer te doen, is uitgehold. Stilzwijgend gebruikt ze het vandaag voor een heel andere reden: virusbeheer, schrijven Nicolas Vermeulen, master rechten (UGent) en advocaat in spe, Baudouin de Hemptinne, consultant energie- en mobiliteitssector en Antoine de Halloy, student bio-ingenieur (UCL).
Dit opiniestuk verscheen al in enkele media en geven we hier ingekort weer.
De uitholling van het contract is onrechtvaardig en gevaarlijk omdat dit het vertrouwen van de bevolking in de democratie ondermijnt, schrijven de auteurs.
Van crisisbeheer...
"Eerst en vooral heeft de overheid het crisiscontract geschonden door het doel ervan zonder enig overleg te wijzigen. In maart 2020 was er een algemene uitbarsting van solidariteit en respect voor de eerste “lockdown”. Bijna unaniem waren de Belgen het erover eens alles in het werk te stellen om de ernstige noodsituatie die zich voordeed, en waarvan de verzadiging van de ziekenhuizen de belangrijkste indicator was, te bestrijden. Dit door middel van de nodige beperkingen."
"Het doel van het impliciete crisiscontract was "de curve af te vlakken" en aldus het aantal ziekenhuisopnames onder de capaciteit van onze gezondheidszorgsystemen te houden."
"Nu echter, een jaar later, worden dezelfde of gelijkaardige beperkingen nog steeds gehandhaafd, maar worden zij met geheel andere argumenten gerechtvaardigd. Onze ziekenhuizen zijn sinds november niet meer tot aan het maximum van hun capaciteit moeten gaan, de gemiddelde leeftijd van aan het virus toegeschreven sterfgevallen is 83 jaar (terwijl onze levensverwachting minder dan 82 jaar is), en we hebben bovendien in de eerste maanden van 2021 te maken met een ondersterfte, wat wijst op het veelbesproken "oogsteffect."
"Dit brengt ons in een situatie waarbij het "kwantitatieve" levensverlies minder dramatisch lijkt te zijn dan het "kwalitatieve" levensverlies, in het bijzonder daar degenen die van ons heen gaan vaak door de beperkingen gedwongen worden hun laatste ogenblikken te leven in tragische eenzaamheid."
...naar virusbeheer
"Vandaag verdedigt de uitvoerende macht de verschillende beperkingen vanuit de wens "ons te beschermen tegen een terugslag" en een hypothetische derde golf met potentieel "angstaanjagende" varianten te voorkomen. Echter, de afspraak die een jaar geleden heel bewust is gemaakt, was om de crisis te beheersen en ons uit een kritieke fase te leiden."
"Zonder enig echt debat is het doel van het contract nu omgevormd tot een nieuw doel: het gaat niet langer om het beheersen van een crisis, maar om de beheersing van het virus zelf en alle denkbare scenario’s die door dat virus kunnen worden gecreëerd."
"Nochtans is er nooit gevraagd of opgedragen een samenleving te creëren zonder enige risico's. Terwijl de bevolking wel degelijk het vertrouwen had gegeven om een situatie te creëren waarbij onze zorgverleners alle patiënten in het ziekenhuis kunnen behandelen, heeft diezelfde bevolking geenszins opdracht gegeven om het aantal besmettingen met het coronavirus volledig naar nul te brengen."
"Dit alles heeft tot gevolg dat in de huidige situatie – zolang de eenvoudige voorzorgsmaatregelen worden gerespecteerd – de regels die mensen verbieden 's nachts zich buiten te begeven, naar het buitenland te reizen, bijeen te komen, de sociale dimensie van het onderwijs te beleven, de horeca en de culturele sector te openen, niet langer legitiem zijn."
"Bovendien is het "crisiscontract", net zoals het algemene contrat social tussen overheid en burgers, gebaseerd op vertrouwen. Door nu misbruik te maken van de goodwill, de solidariteit en het verantwoordelijkheidsgevoel van de burgers wordt niet alleen het gevaar gecreëerd dat vertrouwen op lange termijn te ondermijnen, maar versterkt men ook de kritiek op hoe onze huidige democratie werkt."
Doelgericht, proportioneel en in de tijd beperkt
"Een tweede schending van het crisiscontract bestaat erin dat de overheid de voorwaarden van het contract eenzijdig heeft gewijzigd. De uitzonderlijke maatregelen die zijn genomen om de gevolgen van de pandemie te bestrijden, zijn in strijd met veel van de fundamentele rechten die worden gewaarborgd door onze Grondwet, door de verscheidene Europese verdragen en door de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De vrijheid van vergadering, de vrijheid om zich te verplaatsen, de vrijheid van eredienst, de vrijheid van ondernemerschap en het recht op onderwijs worden bijvoorbeeld sterk ondermijnd."
"Dergelijke maatregelen zijn alleen aanvaardbaar als en zolang zij doelgericht (en nuttig), proportioneel en in de tijd beperkt zijn. In België is vandaag duidelijk aan geen van deze drie criteria nog voldaan. "
Wetgevende macht
"Voor situaties waarin de overeenkomst tussen burgers en overheid niet wordt nageleefd, bestaan er in onze moderne democratische rechtstaat verscheidene controlemechanismen. Allereerst is er de rechterlijke en wetgevende macht. Die laatste, verkozen door de bevolking, oefent – althans in theorie – rechtstreeks controle uit over de uitvoerende macht (de overheid)."
"Echter, dit mechanisme is zo goed als ondoeltreffend geworden. Sinds meer dan een jaar nu neemt de overheid de vrijheid om het land te besturen met louter ministeriële besluiten die het wetgevingsinitiatief van het parlement reduceren tot zo goed als onbestaande. De weinige wetsvoorstellen die worden ingediend, worden eerst besproken tussen de partijen van de regeringscoalitie voordat zij aan de Kamer worden voorgelegd. Het wetsvoorstel inzake pandemieën vormde hier onlangs een duidelijke illustratie van."
"Verder hebben burgers in principe de mogelijkheid om hun onenigheid met het bestuur te uiten in het openbaar, om bijgevolg anderen te overtuigen van de problematiek en aldus druk uit te oefenen op de overheid (het zogenaamde recht op vergadering). Maar ook hier lijkt de inspanning vergeefs; de uitvoerende macht blijft zo goed als doof voor (constructieve) kritiek."
(...) De moedigsten trachten vervolgens demonstraties te organiseren. Maar ook zij worden al snel gedemobiliseerd, doorgaans door het dreigen met boetes die maar al te vaak en graag worden opgelegd.
Quo vadis?
"De vraag is hoe we uit deze impasse komen. Enerzijds lijkt de uitvoerende macht doof voor de eisen van een groeiend deel van de bevolking dat zich bedrogen voelt in het gewijzigde contract dat haar met de overheid bindt."
"Anderzijds zijn de hefbomen voor democratische actie, zoals het werk van gekozen parlementariërs, de macht van de media en de publieke demonstratie, aanzienlijk verzwakt. Wat zal de uitkomst zijn voor de Belgische bevolking in wier land onderdak wordt geboden aan de instellingen van een EU die de waarden van vrijheid en democratie zo hard wil verdedigen? Een ernstig debat dringt zich op."