De voormalige president van de Sovjet-Unie, Michail Gorbatsjov, is op 91-jarige leeftijd overleden. Michail Gorbatsjov stond van 1985 tot 1991 aan het hoofd van de Sovjet-Unie (USSR). Tijdens zijn bewind hervormde hij het communistische land naar een meer Westers model, wat uiteindelijk leidde tot de ondergang van de USSR. Hij had ook een groot aandeel in het einde van de Koude Oorlog en kreeg daarvoor in 1990 de Nobelprijs voor de Vrede.
Gorbatsjov werd op 2 maart 1931 geboren in Privolnoje, in de regio Stavropol, aan de rand van de Kaukasus. De boerenzoon combineerde al op jonge leeftijd studies met werken: vanaf zijn dertiende bediende hij maaidorsers.
In 1950 trok hij naar de universiteit van Moskou, waar hij in 1955 afstudeerde in de rechten. Tijdens zijn studentenjaren leerde hij Raisa Tirarenko kennen. Ze trouwden in 1953 en kregen samen een kind, Irina. Het koppel zou bij elkaar blijven tot aan haar dood, in 1999.
Al aan de universiteit blonk Gorbatsjov uit door zijn scherpzinnigheid en organisatietalent. Hij klom snel op in de rangen van de Komsomol, de jeugdafdelingen van de communistische partij. In 1960 stond hij aan het hoofd van de Stavropolse regio van de Komsomol.
Vanaf 1962 maakte hij deel uit van het secretariaat van de communistische partij van Stavropol. Hij werd in die regio de verantwoordelijke voor administratiepersoneel, bedrijven en boerderijen. Tussen 1964 en 1967 combineerde Gorbatsjov dat werk met de studie landbouweconomie, aan het Landbouwinstituut van Stavropol.
Gorbatsjov had dan al lang de aandacht getrokken en werd in 1970 partijsecretaris van de communistische partij van Stavropol. Daardoor kreeg hij in praktijk de leiding over die regio.
In 1971 werd hij lid van het centraal comité van de partij. Zeven jaar later verhuisde hij naar Moskou, nadat hij partijsecretaris (vergelijkbaar met een ministerfunctie) was geworden in het centraal comité. Hij werd belast met de landbouw. Dankzij een intelligente visie op de sociale en economische situatie van het land, viel hij al snel op in het comité. Zijn naam werd daardoor ook bij het grote publiek behoorlijk bekend. In 1980 werd hij het jongste lid van het politburo.
Op 11 maart 1985 volgde hij Konstantin Tsjernenko op als leider van de communistische partij, en werd hij dus de leider van de USSR. Als 54-jarige was hij relatief jong in vergelijking met zijn voorgangers.
Een half jaar na zijn aantreden lanceerde hij de sleutelwoorden van zijn beleid: perestrojka (hervorming) en glasnost (openheid). Het land moest democratischer worden en de Russische economie moest evolueren in de richting van een open markteconomie.
De gewenste politieke openheid kwam er al vrij snel. Zo liet Gorbatsjov in 1986 Andrej Sacharov, een dissidente ex-Nobelprijswinnaar voor de Vrede, terugkeren uit ballingschap.
Die teneur van Gorbatsjov luidde het einde van de Koude Oorlog in en maakte een einde aan de wapenwedloop en de nucleaire dreiging. De belangrijkste mijlpaal was het INF-verdrag, over de beperking van de middellangeafstandsraketten in Europa. Samen met de Amerikaanse president Ronald Reagan ondertekende hij dat document op 8 december 1987.
In december 1988 kondigde de Opperste Sovjet in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York aan dat hij eenzijdig 500.000 soldaten uit Europa zou terugtrekken.
In mei 1989 bracht Gorbatsjov een historisch bezoek aan China's sterke man Deng Xiaoping. Hij slaagde erin om de betrekkingen tussen beide communistische landen opnieuw te normaliseren. Na zijn terugkomst werd hij door het Congres van Volksafgevaardigden voor vijf jaar benoemd tot staatshoofd.
In de maand juli van dat jaar formuleerde hij voor de Raad van Europa zijn denkbeeld van een 'gemeenschappelijk Europees huis'. Daarmee verliet hij officieel de 'Brezjnev-doctrine'. Moskou zou zich voortaan niet meer inlaten met de binnenlandse politiek van de Oost-Europese landen. Dat bracht een golf van democratisering teweeg in het Oostblok. In de meeste gevallen - enkel in Roemenië niet - gebeurde dit ook opvallend vreedzaam.
Nog in 1989 maakte Gorbatsjov een eind aan de Sovjetbezetting in Afghanistan.
In februari 1990 opende het centraal comité van de communistische partij de weg naar een meerpartijenstelsel en een presidentieel stelsel in de USSR. Het parlement verkoos Gorbatsjov op 15 maart 1990 tot eerste president van het land.
Voor al deze verwezenlijkingen werd hij op 15 oktober 1990 bekroond met de Nobelprijs voor de Vrede. 'Gorbi' bevond zich toen op het toppunt van zijn roem.
Maar intussen kwamen de ongewenste gevolgen van zijn beleid stilaan aan de oppervlakte. De politieke openheid liet immers de jarenlang onderdrukte nationalistische gevoelens weer oplaaien in de deelrepublieken. Die vonden het huidige beleid nog niet ver genoeg gaan en eisten een grotere onafhankelijkheid van Moskou. Het werd steeds duidelijker dat Gorbatsjov een proces in gang had gezet, dat hij zelf niet meer kon beheersen en dat uiteindelijk zou leiden tot de ondergang van de Sovjet-Unie.
Dat was ook de vrees van een groep meer behoudsgezinde Sovjets, onder leiding van vicepresident Gennadi Janajev. Uit onvrede met de te radicale koers van hun president, organiseerden zij een staatsgreep op 19 augustus 1991. Gorbatsjov werd gedurende drie dagen onder huisarrest geplaatst in zijn vakantieverblijf in de Krim. Ze verklaarden dat Gorbatsjov te ziek was om nog verder te regeren. Janajev nam al zijn taken over.
Maar de bevolking pikte deze staatsgreep niet. In Moskou en Leningrad (nu Sint-Petersburg) kwamen meer dan honderdduizend demonstranten op straat, om hun ongenoegen te uiten. Onder druk van de vele protestacties, aangevoerd door de Russische president Boris Jeltsin, moesten de coupplegers uiteindelijk inbinden.
Op 21 augustus kon Gorbatsjov zijn plaats als president weer innemen. Maar voortaan lag de echte macht niet meer bij hem, maar bij Jeltsin. Die schafte kort daarop de communistische partij af en vanaf dan was de evolutie naar een grotere autonomie voor de deelstaten niet meer te stoppen.
Tegen december 1991 hadden alle deelrepublieken hun onafhankelijkheid uitgeroepen. Onder leiding van Jeltsin richtten de deelrepublieken op 8 december het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS) op. Daarmee annuleerden ze ook het Unieverdrag uit 1922, over de samenstelling van de Sovjet-Unie. Gorbatsjov wist zich verslagen en trad op kerstdag 1991 af als Sovjetpresident. Dat betekende meteen ook het einde van de Sovjet-Unie.
Bijna onmiddellijk na zijn presidentschap werd Gorbi voorzitter van de door hem opgerichte Gorbachev Foundation, een ngo die zijn politieke ideeën probeert uit te dragen. Van maart 1993 tot oktober 2016 was hij ook voorzitter van de door hem opgerichte internationale milieuorganisatie Green Cross International. Daarna was hij nog bestuurslid, maar in februari 2017 stapte hij op uit de milieuorganisatie.
Gorbatsjov bleef actief in de politiek. In 1996 stelde de man met de opvallende wijnvlek op het hoofd zich kandidaat voor het Russische presidentschap, maar hij haalde slechts 0,5 procent van de stemmen. Hij stond daarna ook vier jaar aan het hoofd van de Sociaal-Democratische Partij van Rusland (van 2001 tot 2004).
Hij was al een tijd van het politieke voorplan verdwenen. Gorbatsjov was in het Westen ontzettend populair. In eigen land was dat echter niet het geval, omdat hem verweten werd dat hij Ruslands status van internationale grootmacht heeft weggegooid.
Laatste reacties
Marc DE MEULEMEESTER
03 september 2022Het verschil zit hem hier :
Toen “ vadertje “ Stalin stierf vochten de Russen om hun vadertje een laatste groet te brengen en er zich terzelfdertijd persoonlijk van te vergewissen of “ het monster” wel degelijk dood was en niet in 1 of andere vampieren winterslaap was , van Gorbatsjov “mogen “ ze nog een laatste eer gaan bewijzen en dit x zonder dat ze voor 10 jaar in den bak vliegen omdat ze den USSR van VladiMIR niet besmeurd hebben door hun aanwezigheid !