Dat de gezondheidsministers De Block (federaal) en Vandeurzen (Vlaamse Gemeenschap) nu samen een strakke kalender bekendmaken voor de netwerkvorming zoals we meldden in ons breaking news afgelopen dinsdag, zorgt voor heel wat reacties. Een greep daaruit.

Eerst en vooral vernamen we informeel dat minister De Block zelf het getreuzel langs Franstalige kant beu was en daarom dus zelf de touwtjes in handen nam, samen met haar collega voor Vlaanderen. Jo Vandeurzen was al langer vragende partij om snel naar juridische helderheid te gaan. In een interview met De Specialist waarschuwde hij nog dat het veld niet te voortvarend te werk mocht gaan, maar uiteraard mocht dit dynamisme ook niet gefnuikt worden.

Dat tempoverschil tussen de ziekenhuisnetwerking op het terrein en de overheid die nu na goed twee jaar een duidelijke richting uitzet, wekt zowel positieve als negatieve reacties op. Departementshoofd radiologie Gunther De Praeter (AZ Sint-Maarten) betreurt het dat sommige beheerders sneller willen lopen dan de overheid: “Er gaapt een gigantische kloof tussen wat de overheid en sommige beheerders menen te kunnen bekomen met loco-regionale netwerken en wat artsen ervan verwachten. De voluntaristische attitude hieromtrent bij de eersten kent weinig weerklank op de werkvloer. Daar heerst voornamelijk het gevoel te willen temporiseren tot er een sluitend wettelijk kader is.”

Voor anesthesist van het OLV Aalst, Guy Nollet, is er slechts één logische uitkomst bij netwerking: ziekenhuisfusies.

Luc De Clercq, voorzitter VAS Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant, meent dat het alvast een goede zaak is dat er vooruitgang en duidelijkheid komt. “Tegelijk is dat een krachtig signaal dat zowel de federale als Vlaamse overheid zich engageert. Hopelijk wordt terdege rekening gehouden met de verzuchtingen vanuit de zorg zelf. We kijken uit naar meer details”, houdt hij nog een slag om de arm.

Ook bij Hendrik Verroken, hoofdarts van het Mariaziekenhuis Overpelt, leven nog vragen. “De platform businessmodellen in de gezondheidszorg: zullen deze netwerken daarop het antwoord bieden?  En zijn het niet veeleer die modellen die echt kunnen ingaan op de roep naar besparingen?”

Meerwaarde

Karolien Haese, advocaat bij DCH Avocats, is een andere mening toegedaan: “Een functioneel netwerk tussen ziekenhuizen baseert zich meer op een pure en logische kostenoptimalisatie omwille van schaalvoordelen en verhinderen van overconsumptie binnen de muren van het ziekenhuis. Maar de meerwaarde van netwerken ligt eerder binnen uitgewerkte pluridisciplinaire zorgpaden en pathologieprogramma’s die een ander soort samenwerking vragen. Het ene sluit het andere niet uit maar zonder medisch project binnen een ziekenhuisnetwerk is de kans groot dat gedeelte van de voordelen van het functionele netwerk wegvalt of dat de artsen niet mee zijn.”

Rudy Maertens, CEO AZ Alma Eeklo, zit allicht niet ver van wat er vandaag in de ziekenhuizen leeft met deze reactie: “Eindelijk! Goed dat dit gezamenlijke signaal van onze beide ministers van Volksgezondheid er is. Nu nog (snel a.u.b.!) de wetteksten zodat ook het vacuüm dat ontstaan is tussen de realiteit op het werkveld en de politiek verdwijnt.

> Het debat gaat verder op @Specialistkrant:

En nu nog afstemmen met de #eerste lijn #eerstelijnszones @vrijeberoepen https://t.co/GoLECvHcq0

— Hilde Deneyer (@hilde_deneyer) 30 januari 2018

Omdat samenwerken werkt! https://t.co/wdqdyxftMS

— Stefaan Lammertyn (@slk8500) 30 januari 2018

Netwerken werkt, en een goed netwerk zorgt voor meerwaarde! Laat dat nu net de boodschap zijn die we brengen op ons jaarlijks congres op 22/2 ... #NetwerkBoostInDeZorg https://t.co/FB3UFfMmow

— Zorgondersteuning (@Lean_in_zorg) 31 januari 2018