Op een recente studiedag gaf dr. Dirk Ramaekers enkele voorzetten in de aanloop naar een Koninklijk Besluit over klinische netwerken. En dat vanuit de dagelijkse praktijk. Want vandaag interpreteert iedereen netwerken naar eigen goeddunken, waarmee sommigen "voor enkele tientallen jaren veel 'amusement' in hun samenwerking betonneren".
Ramaekers spreekt met enig gezag als het gaat over netwerken. Hij kan bogen op ervaring met het eerste grote formele Vlaamse ziekenhuisnetwerk ZNA en probeert nu in Jessa de netwerking tussen vier ziekenhuizen te finetunen. Volgens hem doen die vier partners het goed omdat ze elkaar benaderen op basis van enkele gelijke waarden en evenwaardigheid, respect, dialoog. "We kennen geen strikte vorm van hiërarchie, de besluitvorming verloopt sterk consensueel."
Acht pertinente vragen over netwerken:
1. Wat is een netwerk eigenlijk? Er bestaat nu niet echt een juridische basis voor en toch: soms moet je je niet laten afremmen door te veel theorie en meteen een aantal dingen in de praktijk brengen. Dat deed Jessa bijvoorbeeld voor een associatie interventionele neuroradiologie tussen twee ziekenhuizen. Het federaal regeerakkoord gaat expliciet over klinische netwerken. Men wordt verplicht om regionaal te kiezen voor één netwerk. Daarnaast kan men behoren tot meer dan een supraregionaal netwerk, "maar nog niet helemaal niet duidelijk uitgeklaard". Het is mooi om bottom-up netwerken te ontwikkelen, maar een raamwerk, een KB is nodig.
2. Artsenassociaties: artsen uitsluiten? Met andere collega’s gaan samenwerken is relatief nieuw. We halen artsen uit hun comfortzone, al is dat wellicht generatiegebonden. Maar artsen zijn ook ondernemers. De aansturing van zo’n artsenassociatie is niet evident. Vaak sluit men van in het begin enkele artsen uit: "U betonneert zo voor enkele tientallen jaren veel 'amusement' in uw samenwerking."
3. Wachtfrequentie: pro's en cons? Bij samenwerking daalt de wachtfrequentie en dat is heel positief. Keerzijde van de medaille: elke arts met wacht moet vier ziekenhuizen 'afrijden', samen met tweede en/of derde wacht. De complexiteit neemt dus ernstig toe.
4. Wat bij conflicten? Welke medische raad wordt dan mee uitgenodigd? Klassiek was er het intercollegiaal gesprek, maar in netwerken staat dat verder af. Advocaten spinnen er wel garen bij... Wat als artsen ziekenhuizen tegen elkaar gaan uitspelen omdat in het ene ziekenhuis afdrachten 5% lager liggen? Of omgekeerd: wat als ze dreigen met vertrekken omdat de lat hoger ligt in een ziekenhuis, vergeleken met een naburig?
5. Machtsverhoudingen veranderen door netwerken? Artsen begonnen met dienst en pooling, nu worden associaties en netwerken meer populair. Daarom zijn duidelijke afspraken op papier nodig en men mag niet vergeten om het ziekenhuis bij die overeenkomst te betrekken. "Als medisch directeur ben ik blij dat ik een goede band heb met mijn diensthoofd cardiologie en alle cardiologen. Dat grote groepen artsen hun eigen (poli)kliniek maken, heeft ook te maken met de kostenstructuur van een ziekenhuis."
6. Hoe verhoudt kwaliteit zich met netwerken? Kwaliteitsindicatoren zullen niet meer slaan op een ziekenhuis maar op een netwerk. Voor cardio-indicatoren is dat trouwens al voorzien.
7. Hoe ziet de governance van netwerken eruit? Schrik heerst er bij de kleintjes om opgegeten te worden door 1 grote. Maar het omgekeerde kan ook: alle kleintjes die een grote opeten... Ramaekers pleit voor cogovernance tussen toekomstige regionale netwerken. Tussen artsen enerzijds en niet-artsen anderzijds. Een klinisch netwerk zonder een duidelijk medisch beleid zal niet lukken. Dus moeten we afspreken hoe we dat medische zullen aansturen, en dan is een medische raad nodig.
8. Draait een netwerk met een medische raad? Het voorstel van Zorgnet om elk ziekenhuis met haar eigen medische raad te laten samenkomen in een 'medisch comité' ziet Ramaekers niet zitten. "In mijn ervaring werkt dat goed zolang die persoonlijkheden in medische raden elkaar vinden. Eén verkiezing vcor een medische raad volstaat om hele filosofie te kelderen."
Concluderend stelt Dirk Ramaekers alvast zijn kandidatuur om met de verenigiing van hoofdartsen expertise te leveren als binnenkort het KB op het kabinet De Block besproken wordt. "Met onze huisartsenkring Herkenrode sloot Jessa een eerste formele samenwerkingsovereenkomst", verwijst hij naar een eigen adelbrief in dat verband.