Op de tweede editie van ons MeMHo-congres maakte Philippe Henry de Generet (Waalse minister van Volksgezondheid, Alda Greoli) intrigerende kanttekeningen. Het Waalse Gewest zegt bijvoorbeeld onomwonden neen tegen netwerken als de federale overheid die oplegt. Het gewest wacht alleszins het advies af van de Raad van State.
"We stelden minister De Block verscheidene vragen om er zeker van te zijn dat de federale overheid haar wettelijke bevoegdheden niet overschrijdt. De federale overheid is immers bevoegd voor de algemene toepassing van de wet over ziekenhuisprogrammatie, als het gaat om het beheer van de overheidsuitgaven. Vermits hier geen impact bestaat op het budget federale gezondheidszorg, zijn het de gemeenschappen die over de netwerken beslissen,” analyseert Philippe Henry de Generet. “Wij vinden dat de federale overheid inbreekt op de bevoegdheden van gemeenschappen en gewesten. Voor ons kan ze het aantal ziekenhuizen niet verminderen of hen niet in netwerken dwingen.”
En hier vertrouwt de vertegenwoordiger van minister Greoli ook op een grondwettelijke bepaling die zegt dat een overheid geen beleid kan voeren dat het beleid van andere overheden in moeilijkheden brengt. Dus moet de federale overheid haar beslissingen ten aanzien van de gefedereerde overheden motiveren.”
Tot nu toe gebeurde dat niet volgens Philippe Henry de Generet: zijn minister, Alda Greoli, kreeg nog steeds geen bevredigende antwoorden. Dus is het wachten op het advies van de Raad van State.
Federale overheid kan niet beslissen over taalgebonden zaken
“Neem het concrete voorbeeld van de Franse Gemeenschap. "Het grondgebied omvat niet alleen Wallonië, maar ook Brussel. Dus kan de federale overheid volgens ons niet oordelen of toekomstige netwerken de taalgrens mogen overschrijden. Neem het ziekenhuis van Moeskroen, met veel contacten met Vlaamse ziekenhuizen en ziekenhuizen uit Frankrijk. Het kan in principe een goed netwerk vormen met het ziekenhuis van Rijsel. Op dat moment zouden de Europese regels gelden: die van vrijheid van diensten ... De taalgrens zou in zekere zin van een lagere orde zijn..." Opnieuw een reden om eerst aan te kloppen bij de
Raad van State.
Fijntjes voegt hij er nog aan toe: “Natuurlijk, dat advies is niet voor morgen... en hij zet alles op een rijtje via een tijdslijn:
- eerste lezing federale overheid =>
- opvragen allerhande adviezen zoals van de Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen => tweede lezing federale overheid =>
- advies Raad van State =>
- derde lezing federale overheid die enkel opmerkingen Raad van State behandelt => definitieve tekst naar parlement.
“Pas na die parlementaire stemming wordt een wetsontwerp wet”, verduidelijkt Philippe Henry de Generet.
"Niet dat we niet willen opschieten met de netwerken. Wij zijn niet tegen het principe. Anderzijds willen we geen netwerken die niet naar onze zin tot stand komen (via de Waalse regering of de ziekenhuizen zelf)! Dat is vrijheid van vereniging en gemeenschappen", aldus nog de adviseur van de Waalse minister.
Voor de vrijheid van bestuurders en specialisten
De vertegenwoordiger van Alda Greoli beklemtoont nog dat zijn minister een bottom-up benadering van netwerken wil. "Momenteel voert Maggie De Block echter een top-downbeleid, wat vreemd is van een liberale minister. Wij in het Waals Gewest willen de vrijheid van de bestuurders respecteren."
"Laten we ook voorzichtig zijn met al te strakke overheidsregelgeving. Europa rangschikt ziekenhuizen bij openbare instellingen die in de budgettaire parameter van de overheid vallen. Ze behoren niet langer tot het maatschappelijk middenveld. Het ziekenhuisdeficit zou dan op het conto van de overheid komen. We willen absoluut voorkomen dat Europa dit beschouwt als een stap naar een overheidssysteem waarbij ziekenhuizen onderaannemers worden van overheidsinstanties, wat de therapeutische vrijheid van specialisten in gevaar zou brengen ", luidt het nog.
Finaal onderstreept Philippe Henry de Generet ook dat zijn minister nog steeds wacht op een bewijs dat netwerken kosteneffectiever zijn. "Dat is nog niet bewezen. Terwijl de federale overheid pas bevoegd is als het gaat om een positief effect voor de openbare financiën van die federale overheid.”