“Er is veel onzekerheid weggenomen want dat legt toch een beetje een hypotheek op je functioneren als je met zo’n claim geconfronteerd wordt die het bestaan van je ziekenhuis bedreigt.”

Dat zegt dokter Weyns, voorzitter van de medische raad van het Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL), na de ‘ontknoping’ in het geschil met de Bijzondere Belastinginspectie (BBI). “Wij zijn blij dat we met de BBI een compromis hebben kunnen sluiten. De artsen zijn er steeds van overtuigd geweest dat de discussie louter draaide rond de opmaak van de fiscale fiches en in welke structuur deze waren opgemaakt. De medische raad stelde een bedrijfsrevisor aan die van alle maatschappen de fiscale informatie verzamelde. Hij lichtte de maatschappen volledig door. Daarvan heeft hij voor de BBI een omstandig verslag gemaakt. Men kon volgens onze bedrijfsrevisor geen abnormaliteiten vaststellen.“

“Wel troffen we maatregelen in die zin dat de meeste maatschappen nu met een rechtsvorm werken, met een cvba bijvoorbeeld. En wie dat wenste, kon het ziekenhuis laten weten dat hij op individuele basis uitbetaald wou worden. Ook dat laatste was geen probleem: dan bezorgde het ziekenhuis de fiscale fiche voor die respectieve arts of zijn persoonlijke vennootschap. Zo volgden we de richtlijnen van Zorgnet-Icuro en onze directie.”

‘Pseudofiscaal’

“Zowel de directie als ikzelf hebben nog ziekenhuizen aan de lijn gehad die met vragen zaten. Ze deden de facturatie immers op dezelfde manier. Ook voor die ziekenhuizen is het een opluchting. Er is veel onzekerheid weggenomen want dat legt toch een beetje een hypotheek op je functioneren als je met zo’n claim geconfronteerd wordt die het bestaan van je ziekenhuis bedreigt.”

Deze zaak zou ik bijna ‘pseudofiscaal’ noemen. In het begin ben je natuurlijk zeer ongerust omdat je niet goed weet wat er aan de hand is. Iedereen kijkt naar zijn eigen maatschap, weet dat daar geen onregelmatigheden gebeurd zijn en vraagt zich dan af of er elders wel problemen zijn. Maar al snel werd duidelijk dat we er geen grote problemen waren. Hooguit was er hier en daar een onduidelijkheid die de fiscus opgelost wilde zien. Dat je er voortdurend op aangesproken werd, was natuurlijk onaangenaam. Mensen denken al snel dat waar rook is, ook vuur moet zijn.”

Lees ook: ZOL ontheven van BBI-claim van 118 miljoen euro