Dringende geneeskundige hulpverlening hertimmerd

Een Koninklijk Besluit van 17 maart, vandaag verschenen in Het Staatsblad, actualiseert het raamwerk van de dringende geneeskundige hulpverlening (DGH) door de opdrachten, samenstelling en werking te omschrijven van de Federale Raad DGH en de commissies DGH.

De Federale Raad zal de minister adviseren voor DGH, onder meer over de toetsing van de kwaliteit en de evaluatie van de praktijk, op basis van wetenschappelijk verantwoorde criteria. Hij bestaat uit:

  1. vier artsen voorgedragen door de Belgische wetenschappelijke verenigingen van huisartsen;
  2. vier artsen voorgedragen door de Belgische verenigingen van urgentiegeneeskunde en van rampengeneeskunde;
  3. vier leden, voorgedragen door de representatieve verenigingen van verzorgingsinstellingen waartoe ziekenhuizen beschikkend over een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg", behoren;
  4. vier verpleegkundigen voorgedragen door hun Belgische wetenschappelijke verenigingen;
  5. vier hulpverlener-ambulanciers voorgedragen door hun Belgische beroepsverenigingen;
  6. twee vertegenwoordigers van de functionele chefs van de noodcentrales "112", voorgedragen door alle centra samen;
  7. twee vertegenwoordigers van de medische directies van de noodcentrales "112", voorgedragen door alle centra samen;
  8. twee vertegenwoordigers van de hulpdiensten van het Rode Kruis van België, voorgedragen door het Rode Kruis van België;
  9. twee officieren-artsen, voorgedragen door de Medische Component van Defensie.
  10. twee vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties, voorgedragen door de koepels van patiëntenorganisaties;
  11. drie vertegenwoordigers van de ziekenfondsen, voorgedragen door het Nationaal Intermutualistisch College;
  12. twee vertegenwoordigers van de verenigingen van steden en gemeenten, voorgedragen door de verenigingen van steden en gemeenten;
  13. twee vertegenwoordigers van de Conferentie van gouverneurs, voorgedragen door de Conferentie van gouverneurs;
  14. de voorzitters van de Commissies voor dringende geneeskundige hulpverlening.

De leden in punten 10 tot en met 14 hebben enkel een raadgevende stem.

De minister van Volksgezondheid benoemt voor een hernieuwbare periode van zes jaar de leden en hun plaatsvervangers uit een lijst van twee kandidaten per te begeven ambt, voorgedragen door de betrokken verenigingen, organismen of diensten. Hij benoemt ook voor een hernieuwbare periode van zes jaar de voorzitter. De voorzitter is stemgerechtigd. De minister benoemt verder voor een hernieuwbare periode van zes jaar vier ondervoorzitters, op basis van persoonlijke kandidatuurstelling, onder de stemgerechtigde leden van de Raad. 
De Raad komt ten minste twee keer per jaar samen.
Voor de plenaire vergaderingen en de vergaderingen van het Bureau hebben de leden en de voorzitter van de Raad recht op:
1° per zitting die minstens twee uren duurt, een presentiegeld van 13 euro voor wat de voorzitter of desgevallend de plaatsvervangende ondervoorzitter betreft, en een presentiegeld van 10 euro voor wat de leden en experten betreft;
2° een verblijfsvergoeding van 10 euro per dag voor de ambtenaren.
3° de terugbetaling van de reiskosten.


De Commissies voor dringende geneeskundige hulpverlening worden opgericht in elke provincie en binnen de geografische omschrijving van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.


Ze rollen federale richtlijnen uit voor DGH door  de minister te adviseren over de modaliteiten tot inrichting van de DGH. Ze monitoren ook de opleiding van hulpverleners - ambulanciers van het ambtsgebied van de Commissie, voor zolang deze bevoegdheid niet opgenomen werd door de deelstaat en ze hebben een coördinerende functie bij de DGH voor  slachtoffers van collectieve noodsituaties;

verder managen ze de verwerking van de oproepen met medisch karakter gericht aan de centra van het eenvormig oproepstelsel; idem dito voor de samenwerking tussen de ziekenhuizen met  een spoedgevallendienst binnen het ambtsgebied van de Commissie. Dat door de vereiste specifieke therapeutische en diagnostische middelen te vermelden, de ziekenhuizen van bestemming en de specifieke pathologieën waarvoor het bijhouden van een medisch dossier bepalend kan zijn voor de keuze van het ziekenhuis van bestemming; idem dito voor de noodcentrales;

ze behandelen ook klachten neergelegd door de federale gezondheidsinspecteur, controleren het werk van de specifieke werkgroepen en formuleren aanbevelingen op vraag van de federale gezondheidsinspecteur voor gebruik door instanties inzake de organisatie van medische hulpverlening, en dit ter voorbereiding op risicomanifestaties.


De Commissie is als volgt samengesteld:

  • per permanentie die actief is in het bevoegdheidsgebied van de Commissie, een hulpverlener-ambulancier of verpleegkundige;
  • per PIT-permanentie, actief binnen het bevoegdheidsgebied van de Commissie, een verpleegkundige;
  • per spoedgevallendienst, actief in het bevoegdheidsgebied van de Commissie, een arts welke ook de referentie-artsen PIT vertegenwoordigt;
  • per spoedgevallendienst, actief binnen het bevoegdheidsgebied van de Commissie, een verpleegkundige;
  • per MUG, werkzaam binnen het bevoegdheidsgebied van de Commissie, een arts;
  • per MUG, actief binnen het bevoegdheidsgebied van de Commissie, een verpleegkundige;
  • een vertegenwoordiger van de hulpdienst van het Rode Kruis, actief binnen het bevoegdheidsgebied van de Commissie;
  • per wachtpost actief binnen het bevoegdheidsgebied van de Commissie, een huisarts.

De leden zijn stemgerechtigd en ze worden door de minister van Volksgezondheid benoemd voor een hernieuwbare periode van vier jaar.

Ambtshalve zitten in de Commissie ook: 

  • de federale gezondheidsinspecteurs en de ICM-experts (expert incident- en crisis management) die onder de bevoegdheid van de Commissie vallen;
  • de psychosociale manager die onder de bevoegdheid van de Commissie valt;
  • de functionele chef van de noodcentrale 112 of zijn vertegenwoordiger die onder de bevoegdheid van de Commissie valt;
  • de medisch directeur van de noodcentrale 112 of zijn plaatsvervanger die onder de bevoegdheid van de Commissie valt;
  • de directeur van het opleidings- en vervolmakingscentrum voor hulpverlener-ambulanciers dat onder de bevoegdheid van de Commissie valt, voor zolang de deelstaat deze bevoegdheid niet heeft opgenomen ;
  • de gouverneur van de provincie of zijn vertegenwoordiger en, voor de Commissie van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de hoge ambtenaar.

De voorzitter en de ondervoorzitter van de Commissie worden door de minister aangeduid onder de federale gezondheidsinspecteurs actief binnen het bevoegdheidsgebied van de Commissie. De commissieleden dragen ook een Bureau voor dat bestaat uit twee hulpverlener-ambulanciers, een verpleegkundige ter vertegenwoordiging van de PIT-diensten; een arts en een verpleegkundige ter vertegenwoordiging van de spoedgevallendiensten; een arts en verpleegkundige, ter vertegenwoordiging van de MUG; een arts van een huisartsenkring.

De Commissie komt ten minste een keer per jaar samen. Het Bureau van de Commissie vergadert tenminste vier keer per jaar. 

Het besluit is getekend door de minister van Binnenlandse Zaken Verlinden, minister van Defensie Dedonder en de minister van Volksgezondheid Vandenbroucke.

> Akkoord diverse overheden over intermediaire ziekenwagens

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.