Helpt het diabetesmedicijn metformine om de achteruitgang af te remmen bij patiënten met progressieve MS? Dat onderzoekt een ambitieus onderzoeksproject gecoördineerd door het UZA de komende twee jaar in een studie met 120 patiënten. MACSiMiSE-BRAIN is de eerste klinische studie op het Europese vasteland die het effect van metformine bij MS-patiënten onderzoekt.
De ene groep krijgt bovenop de normale zorg het studiemedicijn, de andere een placebo. In 2027 hoopt het onderzoeksteam het effect van het medicijn te kunnen aantonen.
Er zijn twee belangrijke verloopsvormen van MS: één die gepaard gaat met opflakkeringen en herstel (relapsing-remitting MS), en één waarbij het eerder geleidelijk aan slechter gaat (progressieve MS).
Internationaal pionierswerk
Vooral tegen progressieve MS is er weinig medicatie inzetbaar. Daarom startte neurologe prof. dr. Barbara Willekens van het Universitair Neuro-immunologie Centrum Antwerpen (UNiCA) in het UZA samen met zes Vlaamse partners in 2021 het project MACSiMiSE-BRAIN op. “Als eerste klinische studie op het Europese vasteland onderzoeken we het effect van metformine bij patiënten met progressieve MS. Voor MACSiMiSE-BRAIN sloegen we de handen in elkaar met het UZ Gent, het Universitair MS Centrum Pelt-Hasselt, het Nationaal MS Center Melsbroek, het AZ Sint-Jan Brugge en UAntwerpen.”
Metformine wordt al jarenlang gebruikt om diabetes te behandelen, maar er zijn aanwijzingen dat het geneesmiddel ook kan helpen tegen de beschadiging van hersenen en ruggenmerg bij progressieve MS.
Barbara Willekens: “Verschillende preklinische studies toonden aan dat metformine op indirecte manier een positieve invloed kan hebben op de voorlopers van hersencellen die myeline - een isolatielaagje rond de zenuwcellen - aanmaken. In een studie bij MS-patiënten met diabetes type 2 werd een verband gevonden tussen metforminegebruik en een verminderd risico op progressie van de MS-klachten. Bovendien is het medicijn veilig en goedkoop. Daarom nemen we de mogelijke impact van het medicijn nu onder de loep in een grondige studie met MS-patiënten.”
Zenuwbanen beter beschermen
In januari 2024 stapten de eerste MS-patiënten in de studie. “We mikken op 120 deelnemers met progressieve MS. De helft van hen krijgt bovenop de normale zorg metformine, de andere helft krijgt een placebo. Omdat MS traag kan evolueren, hebben we een periode van twee jaar nodig om de uitkomsten tussen de groepen te kunnen vergelijken.”
Alle partners van MACSiMiSE-BRAIN willen met het onderzoek zo veel mogelijk data verzamelen voor nieuwe inzichten in hoe het diabetesmedicijn precies werkt. Barbara Willekens: “Bij mensen met MS is de myelinelaag beschadigd. Daardoor zijn de onderliggende zenuwbanen blootgesteld aan bijkomende schade. Doordat het herstel van myeline niet goed verloopt bij mensen met MS, functioneren de zenuwbanen minder goed. In ons onderzoek hopen we vast te stellen dat metformine ervoor kan zorgen dat die hersencellen opnieuw beter myeline aanmaken uit voorlopercellen. Dat zou de zenuwbanen beter kunnen beschermen en de achteruitgang kunnen afremmen.”
Nauwe opvolging
In de studie worden 120 patiënten met progressieve MS twee jaar lang nauwgezet opgevolgd. Een belangrijke parameter in het onderzoek is de Timed 25 Foot Walk Test, waarbij patiënten 7,2 meter heen en terug wandelen en de tijd opgemeten wordt. “Daarnaast doen we klassieke neurologische testen en we volgen de hand- en denkfunctie op. Met MRI-scans bekijken we het hersenvolume en de microstructuur van de hersenen en we testen een aantal kenmerken in het bloed. We vragen de patiënten en hun zorgverleners ook om vragenlijsten in te vullen. Zo brengen we een schat aan gegevens samen voor meer inzicht in de evolutie van MS. Als de behandeling zou aanslaan, hopen we de levenskwaliteit van patiënten met progressieve MS aanzienlijk te verhogen.”
De onderzoeksresultaten van MACSiMiSE-BRAIN zijn er – als alles volgens planning verloopt - in 2027.
De MACSiMiSE-BRAIN studie werd mogelijk gemaakt dankzij de steun van FWO-TBM, Start2Cure, National MS Society USA, Belgian Charcot Fellowship en UZA Foundation.
Foto (c) Marie-Claire van Heeswijk