De coronamaatregelen en -ziekenhuiskosten hebben van maart tot juni 512 miljoen euro gekost. Dat schrijft het weekblad Knack op basis van het RIZIV, dat instaat voor de terugbetaling van medische prestaties. Maar dat is nog maar een deel van het kostenplaatje: onderzoeken en behandelingen zijn nog niet in de berekening opgenomen.
Het Riziv maakte een inschatting voor de coronamaatregelen enerzijds en de kosten gelinkt aan covid-19 voor ziekenhuizen anderzijds, zegt communicatieverantwoordelijke Sandra De Clercq aan Knack. De overheidsdienst komt voorlopig uit op een meerkost van 512 miljoen euro.
De grootste posten in dat bedrag zijn bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen voor zorgverleners (168 miljoen euro), aanpassingen in de basisverstrekkingen verpleegkunde (59 miljoen), de terugbetaling van tests (42 miljoen) en de kosten van triage- en afnamecentra (32 miljoen). Andere maatregelen vallen minder duur uit. Het verhoogde zuurstofgebruik bijvoorbeeld kostte naar schatting bijna 1,5 miljoen euro, preventieve hygiënische maatregelen tijdens ziekenvervoer 315.000 euro.
Om de ziekenhuiskosten gelinkt aan het coronavirus te berekenen, ging het Riziv uit van 17.500 ziekenhuisopnames. Een bijkomende veronderstelling was dat coronapatiënten gemiddeld tien dagen op niet-intensieve zorgafdelingen verblijven en veertien dagen op intensive care. "Zo komen we aan een kostenplaatje van 151 miljoen euro", zegt De Clercq.
"Onberekenbare standaardprijs"
De standaardkostprijs van een covid-19-behandeling is volgens het Riziv onmogelijk te becijferen. "Dé typebehandeling bestaat niet", legt de woordvoerster uit. Ze verwijst naar de grote verschillen in ziektebeeld. "Soms zijn er hart- en longproblemen of neurologische gevolgen. Sommige patiënten hebben doorligwonden. Ook de nood aan zware revalidatie verschilt."
Tijdens de lockdown mochten artsen 20 euro aanrekenen voor een teleconsultatie, een maatregel die uit noodzaak is ingevoerd. Uit voorlopige cijfers die de verzekeringsinstellingen tot en met 31 mei ontvingen, blijkt nu dat artsen in totaal ruim 3,7 miljoen adviezen op afstand gaven - telefonisch of via videoconsultatie. Het kostenplaatje bedraagt dus minstens 77 miljoen euro.
Aan de andere kant werd door de coronapandemie niet-dringende zorg uitgesteld. De gegevens zijn nog niet volledig, maar voor april bijvoorbeeld lagen de uitgaven voor niet-dringende zorg buiten het ziekenhuis meer dan een kwart (28 pct) lager dan in april vorig jaar. "De daling was vooral uitgesproken bij tandartsen en opticiens (-93 pct), kinesisten (-78 pct) en logopedisten (-76 pct)", zegt de RIZIV-woordvoerster.