"We mogen onze kop niet in het zand steken. Vanaf het volgende academiejaar zullen Belgische universiteiten geneeskundestudenten beter voorbereiden op de medische uitdagingen van oorlogssituaties." Dat meldt de Gentse decaan geneeskunde, Prof. Piet Hoebeke, in 'De Ochtend' op radio 1. Het initiatief komt er op vraag van Defensie en Volksgezondheid en wordt ondersteund door de Vlaamse geneeskundefaculteiten.
Volgens professor Piet Hoebeke (decaan UGent) en professor Filip Lardon (decaan UAntwerpen) is de gezondheidszorg, naast het leger, een essentiële pijler in crisissituaties. Artsen moeten voorbereid zijn op complexe medische scenario’s zoals massaal slachtoffermanagement, schotwonden en explosieletsels. De nieuwe curricula zullen meer militaire geneeskunde integreren, variërend van keuzevakken tot een aanvullende masteropleiding. Ook andere zorgberoepen, zoals kinesitherapie en verpleegkunde, worden betrokken.
Professor Lardon onderstreept de noodzaak om snel te handelen: de aanpassingen in de opleiding moeten nu starten om pas over zes jaar hun vruchten af te werpen. Oorlogsgerelateerde traumatologie vereist specifieke expertise in spoedgeneeskunde en orthopedische chirurgie. Daarnaast wordt rekening gehouden met moderne oorlogsvoering, zoals drone-aanvallen en biologische of chemische dreigingen.
Concreet zal een expertengroep meer militaire aspecten integreren in de geneeskunde-opleiding. Dat kan dan bijvoorbeeld gaan van een keuzevak tot een extra masteropleiding. Ook in andere opleidingen, bij bijvoorbeeld kinesisten of verpleegkundigen kan er ingezet worden op weerbaarheid. De 21e eeuw brengt nieuwe manieren van oorlog voeren met zich mee. Denk maar aan nieuwe technologieën of biologische wapens. Ook daar houden de experten rekening mee.
Professor Hoebeke onderstreept dat studenten al een solide basis krijgen in rampengeneeskunde, maar dat militaire geneeskunde nu expliciet gebundeld wordt. De medische lessen uit conflicten zoals in Oekraïne zijn waardevol voor de opleiding van toekomstige artsen. Het doel is geen paniek zaaien, maar een realistische voorbereiding op crisissituaties die zich in de toekomst kunnen voordoen.