Lieven Annemans: “Groeinorm gezondheidszorg moet 2% blijven”

Bij uitgeverij Pelckmans verscheen een bijgewerkte versie van “Gezondheidseconomie voor niet-economen” van Prof. dr. Lieven Annemans (1). We overlopen met de auteur enkele principes, nieuwe methoden en valkuilen van de gezondheidseconomische evaluaties vandaag. En we staan stil bij de economische context.

Lieven Annemans: “Steeds meer zorgverleners krijgen te maken met resultaten van gezondheidseconomische evaluaties. Daarom besteed ik in het boek inderdaad ook aandacht aan de valkuilen en beschrijf ik enkele veel voorkomende fouten bij dergelijke analyses. Zoals bijvoorbeeld een klinisch resultaat van een studie van zes maanden extrapoleren naar 20 jaar, zoals gebeurde bij een klinische studie over diabetes. Of nog: een therapie met  andere therapieën vergelijken en besluiten dat de eigen therapie minder kansen geeft op complicaties. Maar men vergelijkt wel zonder er de nevenwerkingen van de nieuwe therapie bij te nemen. Nog eentje: een veel te korte evaluatie, bijvoorbeeld van hartziekten. Als die evaluatie slechts loopt over één jaar, weet je hoe laat het is.”

In het boek komen nieuwe methodes aan bod zoals levenskwaliteit meten?

L.A.: “Er zijn tussen de eerste uitgave van het boek, zowat tien jaar geleden, en nu, inderdaad een aantal evaluatiemethodes veranderd. Ik denk aan de EuroQol 5D, een belangrijke vragenlijst om levenskwaliteit te meten bij patiënten. Die vragenlijst laat op basis van het patiëntenprofiel toe om een score te meten tussen 0 en 1 die het kwaliteitsniveau van die patiënt vastlegt. 0 staat dan gelijk aan dood, 1 voor perfecte gezondheid. Factoren als mobiliteit, de mate van zelfzorg, angst, depressie… zijn erin opgenomen.De Euroqolscore vormt de basis om Qaly’s (Quality-adjusted life years) te berekenen.”

“Enkele jaren geleden ontstond in Engeland een nieuwe, verfijndere versie:  de Euroqol 5D5L (EQ-5D5L). Met vijf dimensies en vijf levels per dimensie. Er bestaat trouwens in Engeland al een algoritme – dat nu ook in België ontwikkeld wordt – waarbij de patiënt automatisch een score tussen 0 en 1 krijgt als hij de test invult.”

U schetst ook een recent model om de geneesmiddelenprijs te bepalen?

“Hoe verzoen je de duurzaamheid van onze gezondheidssector en de duurzaamheid van de innoverende industrie? Met een model dat de waarde van een geneesmiddel beloont – levensreddend, kwaliteitsverhogend voor het  leven van de patiënt (uitgedrukt in Qaly’s). Dat is beter dan een zoveelste me-too-geneesmiddel dat weinig toevoegt te pushen. Het klinkt logisch. Maar wat als je inderdaad een middel hebt dat een fantastische doorbraak betekent, dat echt levensreddend is? Dan kunnen firma’s het idee krijgen dat ze mogen vragen wat ze willen omdat de overheid het toch niet kan weigeren in het terugbetalingssysteem. Om excessen te vermijden, bakenden zowel Nederland als Engeland daarom duidelijke grenzen af voor de maximale budgettaire draagkracht bij het winnen van een Qaly.  Hoeveel we bereid zijn te betalen om een gezond levensjaar te winnen, hangt af van de ernst van de situatie. Niet alleen de klassieke factoren spelen daarin mee, maar ook het budget. Zelfs kosteneffectieve producten kunnen immers onhaalbaar worden bij een te sterke impact op het budget.”

De huidige context met stagnerende of misschien dalende gezondheidsbudgetten is dan wel nefast.

“Dus moeten we in het achterhoofd houden dat gezondheidsbudgetten niet mogen dalen: we moeten blijven investeren in gezondheidszorg en naar een groeinorm streven van minstens 2%.  Maar laten we daarbij investeringen in niet-kosteneffectieve zaken vermijden.”

Zoals?

“Neem nu borstkankerscreening die tussen 50 en 70 - met de huidige stand van zaken -  redelijk kosteneffectief is om de twee jaar. Maar die screening is dat niet meer als ze jaarlijks gebeurt. Een ander voorbeeld is de nieuwe, vrij dure generatie cholesterolverlagers: de PCSK9-inhibitoren. Die zijn volgens diverse landen kosteneffectief als je ze gebruikt bij patiënten met tenminste een LDL-niveau van 160. Maar bij mensen met een al redelijk laag LDL-niveau is terugbetaling niet aangewezen van die nieuwe generatie wegens niet kosteneffectief.”

Hoe moet de gezondheidseconomie zich verder ontwikkelen?

“Dat beschrijf ik in mijn nawoord. Uitdagingen zijn onder meer dat we nog beter kunnen omschrijven wanneer bepaalde behandelingen die op het eerste gezicht niet kosteneffectief blijken, dat in welomschreven omstandigheden toch kunnen zijn. We moeten als het ware naar een gepersonaliseerde gezondheidseconomie. Die stap wordt al gezet via biomarkers. Let wel: biomarkers kunnen breder zijn dan puur genetische kenmerken. Ook eerdere behandelingen en de voorgeschiedenis van een patiënt kunnen een “marker” zijn. De gezondheidseconomie slaat verder de richting in van een steeds verfijnder instrument dat weliswaar criteria aangeeft om iets niet terug te betalen, maar tegelijk met ingebouwde uitzonderingen. Dat gebeurt nu overigens al enigszins met het Bijzonder Solidariteitsfonds.”

Tot slot: het principe ‘Pay for quality’ werd geconcretiseerd in de hervorming van minister De Block. Tevreden?

“Over P4Q is de literatuur nog wat verdeeld: ongeveer de helft van de studies toont goede resultaten, de andere helft niet. Het werkt niet altijd en overal. Maar we moeten wel lessen trekken uit de projecten die nu ingang vinden. Het budget ligt hiervoor ver beneden mijn verwachtingen: ik had gehoopt op 60 miljoen (1 tot 2% van het ziekenhuisbudget) en het zijn er maar 6 geworden, maar ik ben toch wel optimistisch, net omdat het principe voor het eerst is ingevoerd.”

(1) Gezondheidseconomie voor niet-economen – Lieven Annemans: principes, methoden en valkuilen van gezondheidseconomlsche evaluaties.

ISBN 9789463371148. Prijs: 34,50 euro. Paperback – 136 blz. Uitg. Pelckmans Pro.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.