Een blik op het heden en in de toekomst leert ons dat de crisissen voor ziekenhuizen zich in sneltempo blijven opvolgen. De jongste dreiging, de oorlog in Oekraïne, doet het chemische, biologische, radiologische en nucleaire (cbrn)-risico toenemen. Daarop wil de overheid anticiperen, bleek op het Provinciaal Overleg Ziekenhuisnoodplanning (POZA) in het AZ Sint-Maarten onlangs.
Marcel Van der Auwera (HTSC Hospital and Transport Surge capacity, FOD Volksgezondheid) ging in op het concept ‘noodplan’ en plaatste het ook in perspectief.
In 1818 al kende ons land – nog voor het feitelijk bestond onder de naam België – een eerste sanitair noodplan. Daarvan zijn de recent provinciale geneeskundige commissies nog een restant.
Bekljken we de covidpandemie, dan zagen we hoe tientallen taskforces uit de grond rezen om de crisis te bezweren. Een kat zou er haar jongen niet meer in terugvinden, maar “die taskforces zullen blijven bestaan en de crisis werd bekampt met een legertje ministers van volksgezondheid."
"Sowieso hoort improviseren bij de aanpak van een crisis, met je noodplan ben je nooit klaar”, aldus de door de wol geverfde ervaringsdeskundige. “Dat mag dan weer geen verontschuldiging zijn om bij de pakken te blijven zitten: steeds moet je weten wie wat kan waar en wanneer. En vooral: weten wat je niet kunt. Constant hebben we onze aanpak bijgeschaafd doorheen de verschillende covidgolven en geleidelijk gaven we ziekenhuizen daarin meer autonomie. Maar: hoe generieker je plan – dat je eventueel wat moet opschalen- hoe beter.”
Boven onze toekomst hangt nu de dreiging van het Oekraïneconflict dat wellicht nog jaren aansleept. “We zullen onze kritieke infrastructuren definiëren tegen 2026 en dan worden al onze ziekenhuizen kritieke entiteiten. Vanaf dan zullen ziekenhuizen nog een jaar krijgen om een volledig veiligheidsplan te maken, met de steun van het crisiscentrum. De overheidsinspectie zal die plannen checken, de diensten van Marcel Van der Auwera ontwikkelen een draaiboek als hulp.
Correctie
Van de studienamiddag staat ook een verslag in onze papieren editie. In de verslaggeving van de voordracht van Jan Flament sloop wel een fout, bij de paragraaf over de plotse vorming van een olievlek. "Hier bleek de beste aanpak om alles discreet op e lossen zonder het noodplan te activeren", schreven we. Dat moet uiteraard het tegengestelde zijn, signaleert Jan Flament: "Hier wou men eerst alles discreet oplossen zonder het noodplan te activeren. Maar dat had net wél moeten gebeuren. Mensen voelen er zich evenwel niet altijd goed bij om het noodplan meteen te activeren en alarm te slaan. Het is belangrijk dat hen wordt aangeleerd om tijdig en zelfs preventief alarm te slaan, zeker ook bij potentieel gevaarlijke situaties zoals hier."
Met onze excuses voor de mogelijke verwarring.