De nationale raad van de Orde der artsen vindt dat de cumulatie van de functies van hoofdarts en arts-diensthoofd in een ziekenhuisinstelling niet kan wegens risico op belangenvermenging en de praktische onverenigbaarheid.
In zijn vergadering van 21 januari 2017 heeft de nationale raad van de Orde der artsen de vraag onderzocht betreffende de cumulatie van de functies van hoofdarts en arts-diensthoofd in een ziekenhuisinstelling. De Orde verwijst nog eens naar de ziekenhuiswet: de organisatie en de coördinatie van de medische activiteit in de medische instelling is als volgt gestructureerd : de hoofdarts, de arts-diensthoofd en de medische staf (artikel 18, gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen).
"De respectieve bevoegdheden van de hoofdarts en van de arts-diensthoofd zijn erop gericht de goede algemene werking van de medische afdeling en specifiek de goede werking van alle medische diensten waaruit deze is samengesteld te waarborgen. Deze twee functies toewijzen aan eenzelfde persoon resulteert in het uitschakelen van een intern controleniveau en schept een risico op belangenconflict."
De verantwoordelijkheden van de hoofdarts en van de arts-diensthoofd, waaraan recent nog de gerichte audit werd toegevoegd, vereisen bovendien voor elk van deze functies een beschikbaarheid die ze de facto onverenigbaar maakt.
Daarom verbiedt de Orde deze cumulatie binnen een ziekenhuis in de zin van artikelen 2 en 4 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen.
Reglement aanpassen
Met het oog hierop dringt de nationale raad erop aan dat het reglement inzake de organisatie en coördinatie van de medische activiteit specifieke regels aangaande de benoeming van de hoofdarts, de benoeming of aanstelling van de arts-diensthoofd of de uitoefening van deze functies zou bevatten die de twee functies onverenigbaar maken.
Hier vindt u het advies letterlijk.