Voor alle zorgverstrekkers en ziekenhuizen bestaat er een discrepantie van een factor 10 tussen onze indexaanpassing en de oplopende inflatie/levensduurte in realiteit. Daar wordt nu voor een stuk een mouw aan gepast.
Op het Riziv-Verzekeringscomité begin deze week liet de regeringscommissaris vooraf weten dat de regering bereid is tot een tegemoetkoming in de vorm van een voorafname van de index 2023. Onder meer de artsensyndicaten hadden dat probleem aangekaart.
De regering zou nu al 2% van deze index willen toekennen vanaf 1 juni of 1 juli voor een periode van zes maanden. De details zijn nog niet duidelijk: het is nog niet geweten of die toekenning van de index lineair zal verlopen. Elke overeenkomstencommissie zou die details vrij kunnen invullen. Het bedrag dat genoemd wordt voor de vroegtijdige toekenning, bedraagt 217 miljoen. Een voorafname dus van de indexatie 2023, wat betekent dat in 2023 in rekening gebracht wordt wat dit jaar al uitgedeeld is.
Over het principe is de regering het dus eens, maar de hele procedure moet nog geofficialiseerd worden, wat steeds wat tijd vergt. Dit houdt immers een wijziging in van de begroting 2022. Onder meer de Algemene Raad en de commissie Budgetcontrole moeten daarover eerst hun fiat geven.
“Een mooie geste is dit zeker”, analyseert dr. Moens (Bvas), “maar ze volstaat uiteraard niet om het verlies helemaal te compenseren.”