Ziekenhuisnetwerken: veel kan beter! (Enquête)

Onze grootscheepse netwerkenquête in samenwerking Zorgnet-Icuro bij bijna 1.000 specialisten, directieleden en ziekenhuisstafleden levert verrassend gelijklopende reacties op over de taalgrens heen. Ziekenhuisnetwerken zijn een goede zaak in theorie, maar politieke schermutselingen en tegenstrijdige informatie wekken onrust. Resultaten, reacties en suggesties voor oplossingen. 

Netwerken nuttig, maar onzekerheid troef

Werkonzekerheid, inkomensverlies en verlies aan werkautonomie zijn uw voornaamste besognes bij de vorming van netwerken.

De resultaten lopen verrassend gelijk bij Frans- als Nederlandstalige artsen, een enkele uitzondering niet te na gesproken. En dat terwijl er tussen de beleidsmakers in beide landsgedeelten nu en dan grote meningsverschillen opdoken.

Een lichte meerderheid vreest werkonzekerheid  of inkomensverlies  (51% FR, 54% NL). De onrust voor verlies van werk leeft het sterkst bij jonge artsen (62,5%) en vooral als ze Nederlandstalig zijn (64,6%). Dr. Stefaan Carlier (diensthoofd anesthesie AZ Groeninge) begrijpt dat omdat men denkt aan de sluiting van materniteiten, pediatrie, spoedgevallen. “De enige manier is om finaal naar fusies te gaan met werkzekerheid voor artsen in deze grote fusieziekenhuizen.” Dr. Carlier is er zeker van dat het einddoel van alle hervormingen niet enkel mikt op kwaliteitsbevordering, maar ook op besparingen.

Een sterk cijfer is dat bijna acht op de tien (!) ziekenhuisartsen angst hebben dat ze tijd zullen verliezen door op verschillende sites te moeten werken. Vooral vrouwelijke artsen zijn hier gevoelig voor. “De verdere superspecialisatie maar ook de delokatie van diensten zal dat inderdaad in de hand werken”, beaamt dokter Carlier.

CEO van Zorgnet-Icuro Margot Cloet ziet de beperking van dat tijdsverlies net als “een van de grote uitdagingen. We moeten de werkverdeling van de arts mee in ogenschouw nemen. Anders zal de motor sputteren. Het is niet de bedoeling om artsen in onderdelen van dagdelen op verschillende plaatsen te laten werken.”

In de lijn hiermee ligt dat vier respondenten op de tien inschatten dat hun work-lifebalans erop zal achteruitboeren. Een gevoel dat zeer algemeen leeft bij alle deelgroepen (mannen, vrouwen, jongeren, ouderen). “Het is belangrijk dat de ziekenhuizen hierover met de artsen in overleg gaan en tot haalbare modellen komen die ook rekening houden met de work-life balance”, reageert Cloet begripvol. Patholoog anatoom Thomas Gevaert (ASGB, AZ Klina) , op het moment dat we hem contacteren zelf aan het worstelen met zijn work-lifebalans terwijl hij zijn kinderen wegbrengt, is het ermee eens dat veel kan worden opgevangen door beter management en digitale communicatie.

Cardioloog en voormalig CEO AZ Dimpna Geel Marnix Goethals denkt dat artsen niet in eerste instantie inkomensverlies vrezen. Wel dat hun werkbelasting nog zal toenemen. “Goede werkafspraken om de work-lifebalans in evenwicht te houden kunnen bijvoorbeeld doordat deeltijds werken makkelijker zal kunnen in een grotere associatie.”

Een meerderheid van artsen vreest ook een groei van de administratieve rompslomp. Het sterkst vertegenwoordigd hier zijn de oudere artsen (78,9%). Zowel Stefaan Carlier als Margot Cloet betwijfelen de directe linkt tussen netwerkvorming en administratitis. Digitalisering en informatisering bieden hier een antwoord op, maakt Cloet zich sterk, daarin bijgetreden door minister Vandeurzen (zie verder blz. 4).

Niettemin vrezen de meesten dat ze hun werkautonomie zullen verliezen in een netwerk.

U las 40% van de resultaten.

De rest kunt u lezen in: De Specialist #128

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.