Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) had tot op donderdag melding van dertien overlijdens door het coronavirus in voorzieningen voor personen met een handicap. De overlijdens zijn gespreid over heel Vlaanderen, meestal een of twee personen in een voorziening. Dat meldt het agentschap op basis van cijfers die het van 249 organisaties ontving op 9 april.
Na de afkondiging van de crisissituatie kregen personen met een handicap en/of hun familie de keuze om of naar huis te gaan, of bij de vergunde zorgaanbieder voor meerderjarigen of het multifunctioneel centrum voor minderjarigen te verblijven, 7 dagen op 7 zonder bezoekmogelijkheid om besmetting zo veel als mogelijk te vermijden.
Vooral minderjarigen kozen voor de thuissituatie: in de multifunctionele centra verblijven nog 1.863 kinderen en jongeren. Dat komt neer op 39,9 procent van de normale bezetting. Bij de meerderjarigen geven de vergunde zorgaanbieders nog altijd 1.2079 residenten aan, of 88,49 procent van normale bezetting.
"Minder mensen dus, maar die verblijven er nu allemaal voltijds, waar er anders klanten zijn die tussen de 1 en de 7 dagen verblijven. Van diegenen die verblijven in een voorziening behoort zo'n 49,11 procent (of 6.847 personen) tot een van de door Sciensano gedefinieerde kwetsbare doelgroepen (ademhalingsproblematieken, 65+, nursing,...)", aldus het VAPH.
Andere steun
Wie naar huis ging, wordt door bijna alle voorzieningen nog op een of andere manier ondersteund. Er is mobiele of ambulante begeleiding aan 2.576 personen. Ruim 23.000 personen met een handicap krijgen ook een of andere vorm van ondersteuning (telefoneren, via social media).
Omdat bijna de helft van de residenten tot de kwetsbare groepen voor corona worden gerekend, is het noodzaak om alle beschermingsmaatregelen maximaal te handhaven en om alles op alles te blijven zetten om de nodige beschermingsmaterialen te voorzien zodra deze beschikbaar zijn en waar en wanneer die onvoorzien nodig zijn. "Beschermingsmateriaal is even problematisch als voor ziekenhuizen en woonzorgcentra. Belangrijk is een garantie dat bij een noodsituatie onmiddellijk materiaal zal beschikbaar zijn", zegt woordvoerster Karina De Beule.
Hoeveel personen thuis besmet zijn is moeilijker in te schatten. De voorzieningen geven een vermoeden van besmetting aan bij zestien mensen die ondersteuning op afroep (ADL-ondersteuning) krijgen, bij 38 met begeleiding aan huis en bij 171 die vanop afstand begeleid worden, of samen 225 mensen.
Voor 574 personeelsleden, die afwezig zijn wegens ziekte, meldt men een (vermoeden van) besmetting met corona. De sector telt in totaal 25 à 30.000 personeelsleden.