Om een einde te maken aan de gewoonte waarbij defecte consumentengoederen al te makkelijk door een nieuw exemplaar vervangen worden, wil de Europese Commissie een 'recht op herstel' invoeren. Dat moet ervoor zorgen dat al die goederen tot 5 à 10 jaar na de aankoopdatum hersteld kunnen worden, ook al is de garantietermijn verstreken. Enkel wanneer het defect te ernstig is, zullen producenten aan de verplichting kunnen ontsnappen.
Een jaar geleden stelde de Commissie al een wet voor om van duurzame producten en circulaire bedrijfsmodellen de norm te maken in Europa. Producten die langer meegaan en bovendien kunnen worden hergebruikt, zijn namelijk milieuvriendelijker. Daar voegt de Commissie nu dus een 'recht op herstel' aan toe, dat zowel tijdens de wettelijke garantieperiode als d aarna moet gelden.
Een wasmachine of een stofzuiger die nog in garantie is en een defect vertoont, zal door de verkoper moeten worden hersteld, tenzij dat herstel meer kost dan het vervangen van het toestel, zo stelt de Commissie voor.
Ook na het verstrijken van de garantieperiode zullen consumenten een recht op herstel kunnen claimen als het toestel in kwestie onder de Europese vereisten inzake repareerbaarheid valt. Dat geldt voor de meeste huis-, tuin- en keukentoestellen, en binnenkort ook voor bijvoorbeeld mobiele telefoons en tablets. Het recht op herstel zal tot 5 à 10 jaar na aankoop gelden, afhankelijk van het type product. Enkel wanneer het product niet meer te herstellen valt, zal het recht op herstel niet kunnen worden ingeroepen.
Volgens de Commissie versterkt haar voorstel de rechten van de consument en zal die ook minder op kosten worden gejaagd. Hij zal immers tweemaal nadenken voor hij een nieuw toestel aankoopt om een defect exemplaar te vervangen. Ook handelaars en producenten worden minder op kosten gejaagd, omdat ze geen vervangtoestel zullen mogen aanbieden zonder eerst onderzocht te hebben of het oude kan worden hersteld.
Bovendien is ook dit recht op herstel een milieu- en klimaatvriendelijke maatregel. "Het is van cruciaal belang om een einde maken aan het model van nemen, maken, kapotmaken en weggooien, dat zoveel schade toebrengt aan onze planeet, onze gezondheid en onze economie", zegt vicevoorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans. De nieuwe richtlijn, die na goedkeuring door de lidstaten nog in nationaal recht zal moeten worden omgezet, zou over een periode van 15 jaar 18,5 miljoen ton aan broeikasgasuitstoot moeten besparen. Ook zal 1,8 miljoen ton minder grondstoffen moeten worden aangeboord, terwijl er 3 miljoen ton afval kan worden vermeden.
In het Europees Parlement reageert Sara Matthieu (Groen) tevreden op het voorstel. "Het is goed dat de Commissie prioriteit geeft aan reparatie: door defecte smartphones, wasmachines of koelkasten standaard te repareren in plaats van weg te gooien, verbruiken we minder grondstoffen, creëren we meer lokale jobs en drukken we de kosten voor de consument", zegt ze. "Door producten te repareren in plaats van weg te gooien, is er bovendien minder productie nodig, en dat leidt tot minder klimaatuitstoot."
Matthieu werkt in het Parlement namens de groene fractie op het wetsontwerp rond het circulair ontwerp van producten. Ook dit nieuwe voorstel zal zowel door het Europees Parlement als de Raad (de lidstaten) moeten worden goedgekeurd.
Kathleen Van Brempt (Vooruit) begroet het voorstel als een stap in de goede richting om de wegwerpcultuur aan te pakken. Ze wijst erop dat producenten meer informatie zullen moeten delen over waar consumenten terechtkunnen voor een reparatie. "De reparateur zal in de toekomst verplicht worden om duidelijke informatie te geven over wat consumenten mogen verwachten", zegt ze. Dat zal gebeuren via een uniform herstelformulier. "Het bedrijf dat de herstelling kan uitvoeren, geeft daarbij mee hoeveel de reparatie maximaal zal kosten en hoe lang de reparatie in beslag zal nemen. Ook moet duidelijk worden aangegeven of je tijdelijk een vervangtoestel krijgt."
Via een online platform zullen de lidstaten aan consumenten de mogelijkheid geven om op te zoeken waar ze terechtkunnen voor een herstel, ook na de garantieperiode. In sommige lidstaten, zoals Frankrijk, bestaat een dergelijk platform reeds", weet Van Brempt.