De regering besliste zopas om in fase 2 te blijven, dus de verdere verspreiding van het virus vermijden. De sluiting van de scholen is geen rigide maatregel. Ziekenhuizen en wzc’s moeten wel normaal kunnen functioneren, dus kinderen van dat personeel moeten opvang kunnen krijgen op school als er geen andere oplossing is.
Premier Wilmès bedankte in eerste instantie het medisch personeel "dat ongelofelijk goed werk verricht". De Risk Management Group houdt zich aan het principe dat maatregelen 'effectief en proportioneel' moeten zijn. Wat die maatregelen betreft: we blijven in fase 2 – besmettingen vermijden (en de verspreiding van het virus).
De maatregelen die tot nu toe golden, worden verstrengt: alle recreatieve activiteiten sportief, cultureel, folkloristisch… worden geannuleerd. Cafés en restaurants worden gesloten. Telewerken moet men indien mogelijk nog versterken. Winkels die essentiële diensten leveren (ook apotheken), blijven open.
Scholen
Voor de scholen worden de lessen dus opgeschort, maar ze blijven een opvangfunctie hebben. Het wordt ten stelligste afgeraden om kinderen bij oudere mensen op bezoek te laten gaan. Families kunnen daarvoor oplossing vinden in school als ze die in eigen kring niet vinden.
Wilmès beklemtoonde dat het niet om een rigide maatregel gaat. Ziekenhuizen en wzc’s moeten wel normaal kunnen functioneren, dus kinderen van het personeel moeten opvang kunnen krijgen op school. De maatregelen gaan in vrijdag om middernacht en lopen tot tot 3 april (Pasen) inclusief.
Alleenstaande bejaarden krijgen het advies om thuis te blijven. Boodschappen kunnen ze wel doen maar op een rustig moment van de dag als er weinig mensen zijn in de winkels. Openbaar vervoer blijft functioneren, maar iedereen wordt verzocht om zich te beperken tot onontbeerlijke verplaatsingen.
Uiteraard blijft de dynamiek in dit beslissingsproces gelden en kan alles constant bijgestuurd worden. Een beroep wordt ook gedaan op de waakzaamheid en de verantwoordelijkheid van iedereen.
Een typisch Belgisch compromis tussen de N-VA die eerst tegen de sluiting was omdat die zou leiden tussen meer contact tussen kinderen en grootouders, en later iets bijdraaide, en de Franstaligen die vooral onder invloed van de sluiting van de scholen in Frankrijk aandrongen op dezelfde maatregel in België.