Een studie, uitgevoerd door VITO, Möbius en SuMa Consulting in opdracht van Departement Omgeving en VLAIO, introduceert een tool voor beleidsmakers om de EU-omgevingswetgevingen te identificeren die een significante impact hebben op Vlaamse KMO's. Zo kun je voor deze (nieuwe) regelgeving, die uit de Green Deal voortkomt, de impact op strategische Vlaamse beleidsdoelstellingen op economisch, sociaal en milieugebied inschatten.
Binnen de studie werd eerst een kader ontwikkeld om de impact van uiteenlopend (nieuwe) regelgeving uniform vanuit economisch, omgevings- en sociaal perspectief te beoordelen. Dat moet een antwoord geven op drie fundamentele vragen:
- Zal de nieuwe wetgeving leiden tot een toename of afname van de bijdrage van Vlaamse KMO's aan de Vlaamse economie?
- Draagt de wetgeving bij tot het behalen van Vlaamse milieudoelstellingen door veranderingen in het milieubeleid en de milieuprestaties van Vlaamse KMO's?
- Zal de werkgelegenheid in Vlaamse KMO’s toenemen? Is daarbij nood aan competentieversterking en zijn er opportuniteiten voor actoren in de sociale economie?
Een selectie van 10 Green Deal wetgevingen werd geëvalueerd met de nieuwe methodiek: de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD), Ecodesign for Sustainable Products Regulation (ESPR), Taxonomy Regulation, Regulation on Packaging and Packaging Waste (RPPW), Deforestation-free Products Regulation (EUDR), Directive on the Right to Repair, Energy Efficiency Directive (EED), Revision of the Industrial Emissions Directive (IED) en Public Procurement Directive (PPD).
Impact en opportuniteiten
Uit de resultaten komen de CSRD, ESPR, EUDR en EED naar voor als wetgevingen waarvoor we mogelijk een negatieve economische impact op Vlaamse KMO-sectoren verwachten. De negatieve impact is niet steeds rechtstreeks het gevolg van de regelgeving: vaak gaat het om “trickle-down” (doorsijpel-)effecten. Voor CSRD, ESPR en EED kunnen (overheids)interventies de effecten eventueel milderen.
Andersom toont de studie ook veel opportuniteiten die voortvloeien uit de Green Deal wetgeving. Op omgevingsvlak worden die vooral verwacht bij de ESPR, RPPW, EED en IED. Bijkomende tewerkstelling bij KMO’s en opportuniteiten voor KMO’s in de sociale economie zien we vooral naar aanleiding van de Right to Repair Directive en de EED.
Veel KMO’s worstelen met tijdsgebrek, onvoldoende kennis en beperkte financiële marges, waardoor ze zich niet adequaat met duurzaamheidseisen kunnen bezighouden. Anderzijds zien KMO’s die al duurzaam ondernemen de nieuwe wetgevingen vooral als een kans om hun inspanningen te valoriseren.
Knelpunten, oplossingen, aanbevelingen
- Ten eerste is er de beperkte draagkracht van van KMO’s om zich aan te passen aan nieuwe verplichtingen. Daarom werd vanuit de studie aanbevolen om te werken aan een verbeterde toegankelijkheid van relevante wettelijke informatie, en de implementatie van nieuwe regelgeving bij KMO’s te ondersteunen met aangepaste tools of financiële instrumenten.
- Ten tweede botsen KMO’s op uitdagingen in hun waardeketen. Duidelijk voorbeeld zijn nieuwe vormen van ketensamenwerking die vanuit de Green Deal regelgeving worden verwacht. Mogelijke oplossingen hier zijn het formaliseren van ketensamenwerking in coalities, maar ook het faciliteren van informatie-uitwisseling, bijkomende vormen van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en het stimuleren van lokale samenwerking voor verduurzaming.
- Een derde knelpunt is het ongelijk speelveld dat dreigt te ontstaan. De omzetting en implementatie van regelgeving kan immers variëren naargelang de omvang en/of de locatie van ondernemingen. Hier is de oproep om ook in de toekomst “goldplating” te vermijden, en te zorgen voor voldoende markttoezicht en handhaving, om er voor te zorgen dat buitenlandse bedrijven die niet of minder aan de eisen voldoen, geen competitief voordeel krijgen uit het gebrek aan handhaving.
- Ten slotte wijzen KMO’s op beleidsincoherentie: nieuwe wetgeving vraagt soms om aanpassingen aan bestaande kaders en administratieve praktijken. Deze aanpassingen komen soms te laat. Een KMO-toets, die vermijdt dat KMO’s onder de radar blijven, is hier aan te bevelen.
Interessant hulpmiddel
Het kader dat in deze studie werd ontwikkeld laat toe om de impact van nieuwe omgevingswetgeving op een uniforme en systematische manier in kaart te brengen. Het kan dus ook in de toekomst ingezet worden ter ondersteuning van bijvoorbeeld de beleidsplanning of consultatieprocessen.
De studie:
* Impact van Europese duurzaamheidswetgeving op de Vlaamse kmo's | VLAIO