Met een open brief aan Maggie De Block, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en Xavier De Cuyper, Administrateur-generaal van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG), dringen STHA en beMedTech aan op een wettelijk kader voor de bedrijven en hun werknemers die technologische medische hulpmiddelen brengen bij de patiënt in een ambulante setting.
Geachte Mevrouw de Minister, Geachte Heer De Cuyper,
In de gemeenschappelijke strijd tegen het coronavirus nemen alle actoren uit de zorgsector, vaak met een reëel risico voor hun eigen welzijn, dagelijks hun verantwoordelijkheid om deze pandemie te bestrijden. Dankzij hun lovenswaardige inspanningen zorgen ze ervoor dat diegenen die getroffen worden de best mogelijke zorg krijgen en mede dankzij hen slagen we er grotendeels in de verspreiding van de pandemie in te dijken.
Hun gevecht in de frontlinies laat de publieke opinie uiteraard niet koud. De bevolking uit haar waardering en respect dan ook veelvuldig en via verschillende kanalen. Ook in de media krijgen de zorgverstrekkers die zich in moeilijke omstandigheden dag en nacht inzetten om kwalitatieve zorg te leveren de lof die hen toekomt.
Met deze open brief trekt beMedTech, de Belgische federatie van de industrie van de medische technologieën, de aandacht op een andere groep actoren die, weliswaar achter de schermen maar daarom niet minder in de frontlinies, een belangrijke rol vervult in onze eerstelijnsgezondheidszorg, de zogeheten STHA (Services & Technologies Home Assistance) bedrijven. Zij hebben zich erin gespecialiseerd medische hulpmiddelen en technologieën in een ambulante setting (buiten het ziekenhuis, zoals thuis of in een woonzorgcentrum) te leveren of te installeren en deze te onderhouden en indien nodig te repareren zodat deze apparatuur steeds veilig en correct kan gebruikt worden.
Deze bedrijven, actief in het aanbieden van o.a. zuurstoftherapie, slaaptherapie, medische voeding en infuustherapie in de thuisomgeving, maken het vandaag de dag meer dan ooit mogelijk voor de patiënten om zorg buiten het ziekenhuis te bekomen en iedere risicovolle verplaatsing naar het ziekenhuis te vermijden.
Zo hielpen en helpen ook zij mee de huidige crisis beheersbaar te houden, niet het minst door hun directe bijdrage via zuurstoftherapie zowel bij diagnose als bij ontslag uit het ziekenhuis, maar evenzeer indirect door medisch-technische dienstverlening voort te zetten die niet aan COVID-19 gelinkt is. En dat zullen ze ook na de coronacrisis blijven doen.
De cijfers spreken boekdelen over hoe groot de rol is van deze STHA-bedrijven in deze crisisperiode, in het bijzonder van diegene die actief zijn in de levering van zuurstof(apparatuur) bij patiënten thuis of in woonzorgcentra: daar waar in januari 2020 iets meer dan 10.000 patiënten met hun oplossingen geholpen werden was dit aantal eind april gestegen tot ruim 16.000 patiënten.
Vanzelfsprekend vergde dit grote inspanningen en immens werk en flexibiliteit van deze bedrijven en hun personeel.
Bovendien, om aan deze sterk gestegen vraag tegemoet te komen en iedereen, inclusief de apothekers via wie deze bestellingen gebeuren zo efficiënt mogelijk te helpen, ontwikkelde de sector (via beMedTech) op vraag van de overheid (kabinet Debacker en FAGG) en de apothekersverenigingen (APB en Ophaco) snel en op eigen kosten een online ticketingsysteem (www.covid-oxygen.be). Dit platform was op minder dan 8 dagen operationeel en wordt nog steeds dagelijks gebruikt.
Ondanks al hun inspanningen worden deze bedrijven en hun werknemers, ook tijdens deze crisis, geconfronteerd met overheden en overheidsdiensten die soms doen alsof deze sector niet bestaat. Een pijnlijk en zeer tastbaar gevolg hiervan is dat STHA-medewerkers (nog) niet worden beschouwd als preferentiële gebruikers van beschermingsmateriaal. Hierdoor hebben zij, zeker in het begin van de coronacrisis, wekenlang gewerkt met een gebrek aan persoonlijke beschermingsmiddelen zoals mondmaskers, handschoenen en schorten. Nochtans bleven zij zonder onderbreking mogelijk besmette patiënten bezoeken voor technische installaties, herstellingen of educatie over de apparatuur.
beMedTech en haar betrokken leden ijveren reeds jaren voor een wettelijk kader voor bedrijven en medewerkers die in de STHA-sector actief zijn. Hiervoor werd reeds heel wat werk verzet met het bevoegde Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG). In dit wettelijk kader zullen heel wat concrete kwaliteitscriteria worden opgenomen (via specificaties uit de ISO13485 norm) onder meer specificaties op het vlak van opleidingen en kwalificaties van het personeel, traceerbaarheid en onderhoud van installaties en technische ondersteuning.
beMedTech vraagt dan ook aan de federale overheid en het FAGG de laatste hand te leggen aan een duidelijke STHA-regelgeving om op die manier een kwalitatief hoogstaand en gelijk speelveld te creëren in het belang van de kwaliteit van de zorg en de veiligheid van de patiënt én van de STHA-medewerkers.
Met dank voor uw welwillende aandacht,
Peter Van Draege, Ondervoorzitter STHA sectie
Jo Ravelingien, Voorzitter STHA sectie
Marnix Denys, Managing Director beMedTech