Onder Cameron moest de NHS tegen 2020 22 miljard besparen. Maar los daarvan doen de meest uiteenlopende scenario's de ronde over de gevolgen voor de NHS en de Britse gezondheidswerkers na de Brexit.
Boris Johnson hamert constant op de positieve gevolgen voor de NHS bij een Brexit: 8 miljard pond extra per jaar. Het Instituut voor Fiscale Studies betwist dat en denkt dat er eerder minder middelen voor de NHS zullen vrijkomen. Labour heeft het zelfs over een mogelijk verplichte inkrimping van het NHS-budget met 10,5 mijard pond, het equivalent van elk Engels ziekenhuis dat 1.000 verpleegkundigen en 155 artsen op straat zou moeten zetten.
Reken je de Britse EU-korting mee dan zou het maximale bedrag, te recupereren voor de NHS 1,4 miljard zijn, te weinig om het dificit van 2,45 miljard te dekken, zeggen gezondheidsexperts van the London School of Economics en het Londense Imperial College. De Economist Intelligence Unit (EIU) schat dat bij een Brexit tegen 2020 de gezondheidsuitgaven per hoofd 135 pond lager zullen liggen. De toekomst van de 10.000 NHS-dokters en andere gezondheidsprofessionals uit EU-landen zou een stuk onzekerder worden. En het Verenigd Koninkrijk, leider in farmahandel, zou geïsoleerd raken op de markt. Die wordt veel moeiljker toegankelijk: geneesmiddelen worden immers goedgekeurd via een EU-gecentraliseerde weg.
Groot-Brittannië ziet zijn invloed tanen bij het EMA (European Medicines Agency) dat de markt reguleert om geneesmiddelen binnen de EU toe te laten. Medisch onderzoek krijgt een klap omdat de Britten disproportioneel profiteren van de huidige fondsenstromen.
Onrechtstreeks profiteerde het VK ook mee als EU-lid van hygiënemaatregelen en de grensoverschrijdende strijd tegen antibioticaresistentie en pandemieën.
De gezondheidswetgeving is sterk Europees gekleurd. Denk maar aan voedselveiligheid, medisch gerelateerde producten en medical devices. Maar ook de richtlijn 48-uur maximale werktijd voor artsen in opleiding kan nu in Groot-Brittannië weer op de schop, net zoals vaderschapsverlof, gegarandeerde vakantiedagen enzomeer.
Nog enkele cijfers
-
Ruim 52.000 werkenden in de NHS zijn afkomstig van een land in de EU (5% van de staf, wat overeenkomt met hun aandeel in de bevolking).
-
Een hoger aandeel van niet-Britten bekleedt hoger gekwalificeerde en beter betaalde posities. Zo zijn twee op de drie EU-werkenden in de NHS professioneel getraind, bij de inwoners van het VK is dat maar de helft.
-
Een op de 12 NHS medewerkers is arts en Brits, een op de zes arts en Europees, een kwart artsen komt van elders.