Het Brussels Parlement heeft vrijdag het licht op groen gezet voor een hervorming van de rusthuissector. De meerderheid en PVDA stemden voor, de rest van de oppositie en één Open VLD'er tegen. De tekst wil een antwoord bieden aan de structureel onbezette bedden en die bedden toewijzen aan instellingen die aan kwaliteitseisen voldoen. Er komen ook gerichte sancties tegen instellingen die de normen niet naleven.
Volgens minister van Gezondheid en Bijstand aan Personen Alain Maron (Ecolo) kampt de sector met drie problemen. Zo staan er momenteel 3.700 erkende bedden leeg. Daarnaast is er een onevenwicht in het aanbod van de commerciële, publieke en non-profitrusthuizen. De commerciële sector is goed voor 62 procent van de erkende bedden - tegen 16 procent in Vlaanderen en 49 procent in Wallonië. De OCMW-rusthuizen beheren 24 procent van de erkende bedden, de vzw's 14 procent. Tenslotte beschikt de overheid slechts over één sanctie bij het overtreden van de erkenningsnormen: de intrekking van de erkenning, die leidt tot de sluiting van de inrichting.
De nieuwe ordonnantie voorziet in een mechanisme waardoor de helft van de structureel onbezette bedden gerecupereerd kan worden. Vijf procent van de bedden van een instelling mogen leeg blijven.
De gerecupereerde bedden worden herverdeeld tussen rusthuizen die beantwoorden aan een serie kwaliteitseisen - financiële toegankelijkheid, territoriaal evenwicht, inspraak van de bewoners, mate van omkadering. Zolang de commerciële sector meer dan 50 procent van de erkende bedden telt, worden de gerecupereerde bedden toegewezen aan OCMW- en non-profitrusthuizen. Voorts voert de ordonnantie ook administratieve en financiële sancties in.
Gilles Verstraeten (N-VA) vond dat de ordonnantie op een botte manier in het aanbod snijdt door de helft van de leegstaande bedden te schrappen. Daarnaast is er volgens hem sprake van een botte discriminatie van de privérusthuizen, die niet in aanmerking komen voor de gerecupereerde bedden. Voor Bianca Debaets (CD&V) is de ordonnantie vooral gericht tegen de privérusthuizen.
Op de meerderheidsbanken viel de tegenstem op van Guy Vanhengel (Open VLD). HIj was het niet eens met de gang van zaken bij de opmaak van de ordonnantie en verwees naar de kritiek van de drie federaties van rusthuizenuitbaters, onder meer over het aandeel onbezette plaatsen.