De ministers van Volksgezondheid zijn het eens geraakt over een plan met aanbevelingen voor het dragen van mondmaskers in de zorgsector. Daarbij wordt gewerkt met drie niveaus, die afhankelijk zijn van de hoeveelheid virus die circuleert. Momenteel zouden we ons in tussenniveau 2 bevinden.
De zorgsector zelf vroeg eerder al om de mondmaskerplicht op te heffen. Die was ingevoerd om de verspreiding van het coronavirus in te dijken. Vandaag doet dat virus alweer veel minder de ronde, al blijft het nog wel aanwezig, met de nodige risico's voor kwetsbare mensen van dien.
Daarom werd op voorstel van expertengroep RMG ingestemd met een plan met drie niveaus, afhankelijk van de viruscirculatie. Het gaat dus niet langer om een verplichting, maar wel om aanbevelingen. Het plan werd de voorbije weken afgetoetst met de zorgsector, die nu met de aanbevelingen aan de slag kan gaan.
Er is dus sprake van drie niveaus. Op niveau 1 is de epidemiologische toestand onder controle. Dan worden mondmaskers niet aangeraden, met uitzondering van bijvoorbeeld de zorg voor immuungecompromiteerde patiënten. Op niveau 3 is sprake van een hoge virale circulatie met hoog risico op mogelijke overbelasting van het gezondheidszorgsysteem. Dan wordt het dragen van een mondmasker sterk aanbevolen voor iedereen in de zorgsector en in de hele zorginstelling.
Momenteel bevinden we ons op niveau 2. Daarin mikken de aanbevelingen op het gericht gebruik van de mondmaskers om zorggerelateerde overdracht naar patiënten, of naar zorgverleners, te voorkomen en verhoogde druk op het gezondheidszorgsysteem te vermijden.Patiënten in een wachtkamer wordt bijvoorbeeld aangeraden om neen mondmasker te dragen. Bij nauwe contacten in de thuisverpleging is dat ook het geval.
"Ik ben blij dat we na drie jaar de algemene verplichting om overal en altijd mondmaskers te dragen in de zorg kunnen afschaffen en vervangen door een plan dat mondmaskers aanbeveelt daar waar nodig en wanneer dat nodig is", reageert minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit).
Hij merkt op dat het dragen van mondmaskers in de huidige context sterk aanbevolen blijft bij alle contacten met patiënten en tussen patiënten. "We mogen immers niet vergeten dat het mondmasker bijzonder nuttig blijft om virusoverdracht tegen te gaan. Ik hoop dat we spoedig in een situatie zijn waarbij er minder virus rondgaat en het mondmasker beperkt kan worden tot uitzonderlijke situaties, bijvoorbeeld bij contacten met bijzonder kwetsbare patiënten met immuniteitsproblemen."
Ook zijn Vlaamse collega Hilde Crevits (CD&V) is tevreden dat het dragen van het mondmasker in de zorg geen absolute verplichting meer is. "Uiteraard moeten we onze zorgverleners en kwetsbare mensen beschermen. Maar zorgverleners kunnen intussen zelf goed inschatten wanneer het nodig is om een mondmasker te dragen."
Het plan dat groen licht kreeg, moet de sector een kader bieden om lokaal de juiste inschatting te maken. "Iedereen blijft ook vrij om het te gebruiken als ze zich daar beter bij voelen of als ze kwetsbaren willen beschermen. Maar het mondmasker mag de communicatie en relatie tussen de patiënt, bezoeker en arts niet meer moeilijker maken. Voor de Vlaamse sectoren wordt er nu in overleg bekeken om de richtlijnen aan te passen", besluit Crevits.