De federale regering heeft de ziekenhuizen tijdens covid financieel ondersteund via uitzonderlijke financiële tegemoetkomingen. "Een steun die jullie door de crisis heeft geloodst, blijkt ook uit dit nieuwste MAHA-rapport. We verwachten ook iets terug."
Zo reageerde minister Vandenbroucke, die alle steunmaatregelen nog eens opsomde.
"Volgens de huidige berekeningen zou nog een bijkomend bedrag van enkele tientallen miljoen euro’s moeten worden bijgestort. Dat betekent dat globaal genomen (voor de hele ziekenhuissector samen) geen terugbetalingen zullen moeten gebeuren", schetste hij eerst nog het plaatje. Waarbij hij toch niet uitsloot dat een individueel ziekenhuis een te hoog voorschot gekregen heeft.
Maatregelen
"Precies twee jaar geleden investeerden we 600 miljoen euro in de verbetering van loon- en arbeidsvoorwaarden van het zorgpersoneel. Bijkomend -als een soort sluitstuk- hebben we 7 miljoen geïnvesteerd in de versterking van HR-diensten."
"Met het Zorgpersoneelsfonds werd structureel 402 miljoen euro geïnvesteerd in bijkomend personeel. Volgens de enquête in het kader van de MAHA-analyse bracht dit 3.200 bijkomende jobs op in de ziekenhuizen."
"Op korte termijn was er het noodpakket. Met maatregelen die ingingen op 1 juli en minstens al tot 31 maart 2023 lopen. Dat om makkelijker een beroep kunnen doen op vrijwilligers, gepensioneerden, studenten, mensen in loopbaanonderbreking, werklozen, … "
"Eenmalig werden bijkomende budgetten vrijgemaakt voor de uitrusting om verpleegkundigen te ontlasten én het zorgpersoneel te ondersteunen. In dat verband werd tijdens het recente begrotingsconclaaf bovendien beslist om de bestaande regeling van flexi-jobs vanaf 1 januari 2023 ook mogelijk te maken in de zorgsector (PC 330) voor ondersteunende functies."
‘We willen wel, maar we mogen niet.’
Op die klacht dat de bestaande regelgeving verhindert dat taken die nu uitgeoefend worden door verpleegkundigen of zorgkundigen door anderen worden uitgeoefend, bedacht de minister de oprichting van een werkgroep onder leiding van een externe expert die hierover ten laatste tegen 31 maart 2023 een verslag moeten opleveren.
‘We willen wel, maar we krijgen de kansen niet.’
De reactie van de minister daarop: "Ik roep jullie op om binnen jullie personeelsbestand prioriteit te geven aan medewerkers die deeltijds werken om meer uren te kunnen presteren. Ik zal hier bijkomende financiële prikkels voor uitwerken. Hierover wordt overleg met de sociale partners opgestart. Het is mijn bedoeling om deze financiële prikkel toe te passen vanaf het vierde kwartaal 2022."
Artsenafdrachten
De ziekenhuizen voor hun financiering ook deels afhankelijk zijn van de artsenafdrachten; zeker ook voor de financiering van de polikliniek. Deze artsenhonoraria worden volgens het geldende indexsysteem evenwel met vertraging geïndexeerd. Het Riziv zal daarom tegen 1 maart 2023 een analyse maken van de huidige indexmechanismes en mogelijke alternatieven. Daarbij zal stilgestaan worden bij de voor- en nadelen van elk systeem en een budgettaire impactanalyse worden opgesteld.
Energiekosten
Om de stijgende energiekosten te dragen, besliste de regering tijdens het laatste begrotingsconclaaf om 80 miljoen euro vrij te maken voor de eerste jaarhelft 2023. Buiten de begroting. Evaluatie op 30 juni 2023.
Injectie van 390 miljoen, maar voor wat hoort wat
Tot slot stond de minister nog stil bij één belangrijke ondersteuningsmaatregel. "Alle werkgevers, zullen in 2023 ondersteund worden met een vermindering van de netto patronale RSZ-bijdragen met 7,07 procent in het eerste en tweede kwartaal 2023. Voor het derde en vierde kwartaal voorzien we een uitstel van betaling met hetzelfde percentage. Voor de (federale en regionale) zorg- en welzijnssectoren betekent dit een budgettaire inspanning van ca. 390 miljoen euro in 2023, waarvan de helft dus definitief verworven is (bijdrage tot solvabiliteit), en de andere helft een spreiding over de tijd inhoudt (bijdrage tot liquiditeit)."
"We verwachten van de ziekenhuizen dan ook iets in ruil met het oog op de bescherming van de gezinnen en de conventionering door de artsen. De ziekenhuizen mogen de gestegen verwarmingskosten dus niet doorrekenen aan patiënten via hogere ereloonsupplementen of hogere kamersupplementen; en ook niet aan hun geconventioneerde artsen."
Lees ook:
> “Stadium symptoombestrijding is voorbij” (Gibbis)
> MAHA-rapport artsen: weer hogere retrocessies na pandemie
> MAHA-rapport ziekenhuizen: daghospitalisaties motor van herstel?