Natuurrampen hebben vorig jaar voor een schadelast van bijna 2,8 miljard euro gezorgd in België. Een jaar eerder was dat nog 369 miljoen euro, in 2019 zowat 337 miljoen euro. Dat blijkt uit het jaarverslag van sectorfederatie Assuralia. Een wake-upcall, ook voor pensioenen en gezondheidszorg.
De zware overstromingen vorige zomer hebben voor heel België meer dan 74.000 schadeclaims van slachtoffers opgeleverd. De verzekeraars hebben momenteel al meer dan een miljard euro uitbetaald aan slachtoffers van de ramp en ruim zestig procent van de dossiers is administratief afgesloten. Assuralia verwacht overigens ook een hoog aantal schadeclaims naar aanleiding van de recente stormen Eunice en Franklin.
In 2021 waren er in totaal 85.888 schadegevallen door overstroming. De gemiddelde schadelast bedroeg bijna 30.000 euro, de totale schadelast kwam uit op ruim 2,57 miljard euro. Een jaar eerder waren er nog 4.206 schadegevallen door overstroming, voor een totale schadelast van 16,2 miljoen euro en een gemiddelde schadelast van 3.856 euro. In 2019 waren dat er nog minder: 3.038 schadegevallen door overstroming, goed voor een totale schadelast van 14,3 miljoen euro.
"2021 is een wake up call voor brandverzekeringen en natuurrampen", zegt Assuralia-topman Hein Lannoy. "De wereld is veranderd en we moeten samen met de overheid nadenken over een duurzame oplossing om die risico's in de toekomst aan een aanvaardbare premie voor de verzekerden te blijven dekken. Naast het opvangen van het klimaatrisico, is er ook nood aan een degelijk pensioen en sterke gezondheidszorg. Ook daar is er voor de verzekeringssector een belangrijke rol weggelegd", pleitte Lannoy.
De Belgische verzekeringssector veerde vorig jaar voorzichtig recht na de coronacrisis en de impact op de wereldwijde economie. Het algemeen premie-incasso bedroeg volgens een eerste schatting van Assuralia 30,1 miljard euro in 2021, een toename met 5,6 procent ten opzichte van een jaar eerder.
De premie-inkomsten voor individuele levensverzekeringen met gewaarborgde rente (de zogenaamde tak-21-verzekeringen) daalden in 2021 met 4 procent en waren goed voor 5,7 miljard euro. In de periode 2003-2012 was dat jaarlijks nog meer dan 11 miljard, maar de verhoging van de premietaks tot 2 procent in 2013, in combinatie met aanhoudende lage rentevoeten, hebben de vraag doen dalen.
Daartegenover staat dat het premie-inkomen van levensverzekeringen in tak-23, die verbonden zijn aan beleggingsfondsen, in 2021 verder stijgt met 21,6 procent, naar 3,8 miljard euro. De lage rentestand en het goede beursklimaat hebben in 2021 een positieve impact gehad op deze inkomsten.
Het incasso van de groepsverzekeringen vertoont een stabiel beeld met een toename van 2 procent. De verdere ontwikkeling van de aanvullende pensioenen zal volgens Assuralia sterk afhangen van een wettelijk en fiscaal stabiel kader.
Het premie-inkomen voor de tak 'niet-leven' steeg met 6 procent in 2021, tegenover 0,8 procent in 2020, en bedroeg 13,7 miljard euro. Rekening houdend met de inflatie, die bijna 2,5 procent bedroeg, noteerden de premies voor de schadeverzekeringen in 2021 een toename van 3,5 procent in reële termen.