Regering zet volgende stap in ziekenhuishervorming

De federale ministerraad heeft woensdag op voorstel van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke de "loco- en supraregionale zorgopdrachten" vastgelegd. Kort samengevat komt het erop neer dat zeer gespecialiseerde zorg niet meer in elk ziekenhuisnetwerk georganiseerd mag worden, terwijl andere meer algemene zorg juist wél in elk netwerk aanwezig moet zijn.

Sinds 2020 moeten algemene ziekenhuizen in ons land deel uitmaken van een locoregionaal netwerk van ziekenhuizen. De bedoeling was om expertise te bundelen en de budgetten efficiënter in te zetten. 

Die netwerken moeten hun aanbod dus op elkaar afstemmen. Zorg waarbij het belangrijk is dat ze dicht bij huis wordt aangeboden, moet in alle ziekenhuizen aanwezig zijn, andere zaken kunnen per netwerk georganiseerd worden. Erg gespecialiseerde zorg moet dan weer supraregionaal, of over de netwerken heen. Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke kondigde dat eerder al aan, maar vandaag/woensdag heeft de ministerraad het licht op groen gezet voor zijn ontwerp-KB dat vastlegt welke zorg waar georganiseerd moet worden. De ziekenhuisnetwerken vroegen daar al langer duidelijkheid over. De tekst vertrekt nu naar de Raad van State voor advies.

Naast geriatrie worden ook onder meer materniteiten, kindergeneeskunde, palliatieve zorg, spoedgevallen, neonatalogie, radiotherapie, nierdialyse en borstkankerzorg locoregionaal georganiseerd. Zaken als intensieve neonatalogie, zeldzame ziektes, het brandwonden- en transplantatiecentrum zijn supraregionale aangelegenheden. 

Het Koninklijk Besluit legt daarnaast ook vast dat ziekenhuisnetwerken de locoregionale opdrachten zo moeten organiseren dat ze op maximaal 30 minuten rijden liggen voor 90 procent van de inwoners van het ziekenhuisnetwerk. Dat moet vermijden dat mensen voor bijvoorbeeld een nierdialyse wekelijks meermaals naar het andere uiteinde van het ziekenhuisnetwerk moeten rijden. 

Er komt wel een uitzondering voor netwerken die zeer zware investeringen zouden moeten doen om aan die voorwaarde te voldoen. Ook als de zorg in een aangrenzend netwerk wordt aangeboden binnen de 30 minuten, is er een afwijking voorzien.

Specifiek voor de centra voor gespecialiseerde beroertezorg keurde de ministerraad woensdag nog een ander KB van Vandenbroucke goed dat ervoor moet zorgen dat die centra geografisch gespreid worden. Dat dossier zal al jaren geblokkeerd: de vorige regering besliste om het aantal van die centra te beperken tot 15 over het hele land, waarvan 7 in Vlaanderen, 3 in Brussel en 5 in Wallonië. Een aantal ziekenhuizen ging daartegen echter in beroep bij de Raad van State, die tot nog toe nog geen uitspraak deed. 

Op voorstel van Vandenbroucke komen er nu nieuwe parameters: De centra moeten de laatste 3 jaar gemiddeld 50 trombectomieën per jaar hebben uitgevoerd, een ingreep waarbij een klonter in de hersenslagader wordt verwijderd. Daarnaast moeten centra minimaal 25 kilometer van elkaar verwijderd zijn, tenzij ze in verschillende landsdelen liggen. Dat moet verzekeren dat patiënten in hun eigen taal geholpen kunnen worden. In Brussel is de minimale afstand vastgelegd op 8 kilometer.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.