De loonkloof man-vrouw in de gezondheidssector is wereldwijd groter dan in andere sectoren. Vrouwen verdienen er gemiddeld 24% minder dan hun mannelijke collega's. Dat blijkt uit een analyse naar de verloning in de gezondheidssector in 54 landen, door de WHO en de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Voor België is het beeld beter: 58% van het personeel in de sector werkt in beroepscategorieën waar vrouwen meer verdienen dan mannen.
Wereldwijd bedraagt het verschil in verloning 20 procent, maar dat neemt toe tot 24 procent als rekening gehouden wordt met factoren zoals leeftijd, opleiding en arbeidstijd. Die toename wijst er voor de auteurs op dat vrouwen minder loon krijgen dan mannen voor hun kwaliteiten op de arbeidsmarkt.
Wat de grote verklaring is voor deze loonkloof, weten de onderzoekers niet. Een deel van de verklaring ligt dan wel in leeftijd, opleiding en arbeidstijd, maar een echte verklaring op basis van arbeidsmarktfactoren is er niet. Bewuste of onbewuste discriminatie worden naar voren geschoven als een deel van de verklaring.
Vrouwen zijn wereldwijd goed voor twee op de drie arbeidskrachten in de zorg. Uit de studie blijkt ook dat de lonen in de sector over het algemeen lager liggen dan elders in de economie, zoals men ook ziet in andere sectoren waar vrouwen in de meerderheid zijn.
Voor moeders in de gezondheidssector zijn er bovendien extra nadelen. Tijdens hun vruchtbare jaren neemt de loonkloof aanzienlijk toe, en die kloof blijft bestaan in het vervolg van een carrière. Dat brengt de auteurs tot het besluit dat een eerlijker verdeling van de gezinstaken in veel gevallen ertoe leidt dat vrouwen een andere beroepskeuze maken.
Tussen landen onderling zijn er grote verschillen in de loonongelijkheid, wat de auteurs doet vermoeden dat de loonkloof te vermijden is en dat er meer inspanningen gedaan kunnen worden om die kloof te dichten.
"De pandemie bracht duidelijk aan het licht dat de gezondheidssector kampt met lage lonen, grote loonverschillen en zeer veeleisende arbeidsomstandigheden", zegt ILO-topvrouw Manuela Tomei. "Maar de pandemie maakte ook duidelijk hoe belangrijk de sector en zijn werknemers zijn om gezinnen, samenlevingen en economieën draaiende te houden. Het is tijd om beslissende beslissingen te nemen, en we hopen dat dit gedetailleerde rapport zal helpen om de nodige dialoog op gang te brengen."