Naar aanleiding van Internationale Vrouwendag op 8 maart hamert de Zorgcoalitie op meer waardering voor de zorg, waar vrouwen de overhand hebben. "De lonen zijn er te laag, de statuten ondermaats en de arbeidsomstandigheden te zwaar", klinkt het.
De Zorgcoalitie verenigt verschillende vrouwenverenigingen, middenveldorganisaties en vakbonden. Samen willen ze een licht laten schijnen op moeilijkheden in de zorgsector en concrete beleidsmaatregelen eisen van de politiek.
Werknemers in de kinderopvang zijn voor 95 procent vrouwen. Voor personen die werken onder dienstencheques, zoals huishoudhulpen, is dat 98 procent en ander verzorgend personeel 90 procent.
Ook in de onbetaalde zorg zijn vrouwen oververtegenwoordigd. Zo spenderen ze gemiddeld 9,5 uur per week meer aan huishoudelijke taken en zorg dan mannen. "Net deze onbetaalde zorg vormt de onzichtbare motor die de samenleving aandrijft", zegt de coalitie. "Zonder die essentiële arbeid valt alles stil."
De werkomstandigehden zijn volgense de organisaties te zwaar. De norm van 9 kinderen per begeleider in de kinderopvang en tekort aan investeringen in dienstencheques leidt er volgens studies toe "dat de vele alleenstaande moeders, ondanks hun job en inkomen, in armoede moeten leven terwijl het harde werk hun gezondheid om zeep helpt."
De slechte werkomstandigheden zijn "nog pijnlijker" omdat vooral kwetsbare vrouwen in ondergewaardeerde zorgberoepen terechtkomen, bijvoorbeeld vrouwen met een korte scholing of migratieachtergrond.
De druk op de schouders van zorgmedewerkers leidt ook tot meer deeltijds werk. Dat doet 42 procent van de werkende vrouwen in België. Maar slechts 6,7 procent geeft aan dat het een "vrijwillige keuze is", zo zegt het Instituut van Gelijkheid voor Vrouwen en Mannen.
De Zorgcoalitie eist dat beleidsmakers meer aandacht schenken aan de waardering van zowel betaalde als onbetaalde zorg. Verder willen ze dat vaardigheden die iemand opdoet in onbetaalde zorg beter erkend wordt en een stimulering van de verdeling man-vrouw.