Samen met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hebben meer dan tweehonderd gezondheidsorganisaties opgeroepen tot een "non-proliferatieverdrag voor fossiele brandstoffen". Hierbij wezen ze nog eens op de "ernstige bedreigingen voor de gezondheid van mens en wereld" die ze vormen.
De tekst vraagt een "mondiaal en juridisch bindend plan" om "de huidige productie en het huidige gebruik van fossiele brandstoffen geleidelijk af te bouwen." Overheden zouden dan wettelijk verplicht worden om dit op te nemen. Fossiele brandstoffen zijn de belangrijkste bron van broeikasgasuitstoot.
Daarnaast roepen de organisaties op tot een "onmiddellijke stopzetting van alle activiteiten en investeringen in exploratie, winning en bouw van infrastructuur" en tot "een rechtvaardige overgang voor elke werknemer, elke gemeenschap en elk land".
"De moderne verslaving aan fossiele brandstoffen is niet alleen een daad van milieuvandalisme. Vanuit gezondheidsoogpunt is dit ook een daad van zelfsabotage", stelde WHO-voorzitter Tedros Adhanom Ghebreyesus.
De tekst herinnert eraan dat de toename van extreme weersomstandigheden door de opwarming van de aarde ook directe gevolgen heeft voor de menselijke gezondheid, met "ernstige repercussies voor de geestelijke gezondheid, waardoor angst en depressie toenemen, met name onder jongeren".
"De kost van niets te doen wordt steeds groter", zo benadrukte Jeni Miller, voorzitter van de Global Climate and Health Alliance, de ngo die het initiatief nam voor de tekst.