Op 1 juli wordt Benoît Collin de nieuwe administrateur generaal van het Riziv en volgt hij Jo De Cock op. In een exclusief interview voor De Specialist en Medi-Sfeer stelt hij zich voor en geeft hij een update over de herinrichting van de administratie (redesign), de financiering, de nomenclatuur, individuele conventionering, en de uitdagingen voor artsen, ziekenhuizen en patiënten.
De nieuwe administrateur-generaal van het Riziv was 15 jaar lang adjunct-administrateur-generaal van het Riziv. Benoît Collin was ook adviseur in de ziekenhuissector van federaal minister Rudy Demotte en regionaal minister Philippe Courard. Hij was algemeen directeur van het WaPi-ziekenhuis in Doornik en gedelegeerd bestuurder van het Centrum voor Trauma en Revalidatie (CTR/ULB-Erasme). Al 10 jaar doceert hij gezondheidsbeleid in de context van verzekeringen aan de Universiteit van Luik.
Hoe bent u op het Riziv terechtgekomen?
"Door het toeval en de kansen die het leven je biedt. Ik werkte op het kabinet van minister Demotte en het Riziv stelde de post vacant van adjunct-administrateur-generaal voor de heer De Cock. Waarom ik niet? De uitdaging interesseerde me! Ik nam deel aan het selectieproces via Selor en haalde als enige kandidaat de eindselectie. Toen ontdekte ik een administratie met baanbrekende expertise en een verscheidenheid aan vaardigheden die niet alleen slaan op de gezondheidszorg."
"Ik herontdekte de waarde van solidariteit binnen de sociale zekerheid. Zo steeg de ontwikkeling van de uitkeringssector in 10 jaar tijd van 3 à 4 miljard tot 10 miljard. Een derde van de huidige arbeidsongeschikten is arbeidsongeschikt om problemen met de geestelijke gezondheid (depressie, burn-out, psychiatrie, enz.). Dat zegt veel over de toestand van de maatschappij en de sociale relaties.
Een zinvolle keuze in het licht van uw persoonlijk engagement?
"Ik was altijd al maatschappelijk betrokken, zelfs voordat ik in de ministeriële kabinetten zat."Wat is uw achtergrond?
"Mijn familie komt uit de streek van Rochefort-Jemelle. Ik heb mijn hele jeugd in Waterloo gewoond. Nu woon ik in de buurt van Borgworm. Mijn twee zwagers zijn artsen: de ene is huisarts - die helaas is overleden - en de andere is specialist in een ziekenhuis".
Uw prioriteiten?
"Ik wil terug naar de basis van de verzekering. Mijn eerste doelstelling is zorgen voor een optimale dekking van de gehele bevolking. Vandaag is dat nog niet het geval: gevangenen zijn niet gedekt, sommige mensen die vallen onder het OCMW evenmin... Of het nu gaat om gezondheidszorg of uitkeringen, ik wil de dekking uitbreiden en laten sporen met de realiteit. Een andere doelstelling is ons zorgstelsel nog kwalitatiever te maken en daarbij rekening te houden met innovaties en een noodzakelijke wendbaarheid".
Gaat u verder met de redesign van het Riziv?
"Het project is gestart onder de regering Michel onder impuls van minister De Block, om de gezondheidsstrategieën en de organisatie van het gezondheidsbeleid coherenter te maken. Dat impliceert een nauwere samenwerking tussen de gezondheidsdiensten. In de eerste plaats hebben we de drie grootste gezondheidsadministraties (Riziv, FOD Volksgezondheid en het geneesmiddelenagentschap FAGG) samengebracht in hetzelfde gebouw."
"Hoewel elke dienst zijn juridische structuur behoudt, zijn wij bezig met het creëren van een programma van "passerelles" waarin de diensten samenwerken, met name voor de ziekenhuisfinanciering, ziekenhuisaudits, enz. We intensiveren onze samenwerkingsverbanden om onze efficiëntie te verhogen en onze dienstverlening aan patiënten en zorgverleners te verbeteren."
Dus wat zal er gebeuren met KCE en Sciensano?
"Zij zijn niet rechtstreeks geïntegreerd in het herontwerp van de drie administraties (Riziv, FOD Volksgezondheid en FAGG). Christian Léonard, directeur-generaal van Sciensano sinds 1 januari 2020, heeft dit andere deel van de redesign overgenomen. Er zal dus een wetenschappelijke pool in ruime zin zijn, en een operationele en strategische uitvoerende pool aan de andere kant."
Zal dit iets veranderen voor dokters?
"Het kan alleen maar zorgen voor meer samenhang voor iedereen rond een meer geïntegreerde strategie en activiteiten. Ik heb de boodschap van de regering en van minister Vandenbroucke over het belang van de eerste lijn en de zorgnabijheid begrepen. Huisartsen spelen een meer dan centrale en belangrijke rol in de patiëntenzorg, ook al zijn zij niet de enigen van deze eerste lijn."
"Specialisten kunnen ook een rol spelen in de eerste lijn via extramurale specialisten. Het spreekt vanzelf dat de eerste prioriteit of toegevoegde waarde voor een specialist zijn werk in het ziekenhuis is. Daar kan hij in een gespecialiseerde multidisciplinaire omgeving de volle bijdrage van zijn specialisme ontwikkelen. Maar dat weerhoudt de specialisten er niet van om consulten buiten het ziekenhuis te houden."
Juist in de eerste lijn zijn er spanningen tussen apothekers en artsen of tussen huisartsen en medische centra in het bijzonder. Heeft het Riziv hier een rol in te spelen?
"Zeker. Wij kiezen steeds meer voor een transversale visie. We kunnen niet langer in silo's werken met huisartsen aan de ene kant en apothekers aan de andere, of tussen specialisten of tussen verschillende disciplines in de zorgsector. Dat is verouderd. Waar op onderhandelingsvlak over de tarieven de reflectie per groep moet blijven, moeten op coördinatie- en transversaliteitsvlak bruggen worden gebouwd."
"Ik ben me ervan bewust dat er spanningen zijn geweest, vooral tijdens de covid-periode. Ik wil luisteren naar de standpunten. Daarna is het, in het belang van de patiënt, raadzaam verder te gaan dan verkokering en een meer collectieve, globale en geïntegreerde visie te ontwikkelen. De huidige federale minister van Volksgezondheid is voorstander van deze visie. Dat is een internationale trend. Ik denk dat de geesten gerijpt zijn en dat de covid-crisis de grenzen van solo- en in silo's werken heeft aangetoond."
Gaat u de besprekingen met de ASO's hervatten?
"Ze zullen doorlopen. Jo de Cock blijft voorzitter van de paritaire commissie artsen-ziekenhuizen en van de medicomut tot ten minste eind 2022. Hij stemde ermee in om een hele reeks opdrachten voort te zetten, terwijl hij duidelijk maakte dat hij niet de schoonmoeder van het systeem of van het Riziv zal zijn. Het is waardevol om nog steeds te kunnen rekenen op zijn ervaring en deskundigheid bij onderhandelingen."
Zal het Riziv ook werk maken van de ziekenhuishervorming?
"De minister bereidt die momenteel voor. We zullen ook de netwerken intensiveren. Wij gaan de financiering meer en meer koppelen aan netwerken en resultaten. Of het nu om geneesmiddelen of vergoedingen gaat, het Riziv speelt een sleutelrol bij de hervorming van de financiering."
Ook het supplementendebat zal in het middelpunt van de discussie staan?
"Idealiter zou dit debat de kop weer moeten opsteken zodra de nomenclatuur is herzien. Op dit moment is het tijdschema voor de hervorming van de nomenclatuur vrij duidelijk en zou het in 2024 aflopen. Daarna moet de supplementenkwestie samen met de bepaling van het aandeel in de managementkosten en het professionele aandeel in de honoraria worden opgelost, wat de relaties tussen zorgaanbieder en ziekenhuis zou vereenvoudigen en de behoefte aan ziekenhuisfinanciering, die supplementen lijkt te rechtvaardigen, vermindert. Ook de akkoordenkwestien moet worden aangepakt."
Op welk niveau?
"Moet toetreden tot een conventie individueel blijven? Het is immers de sociale zekerheid via de collectieve solidariteit die uiteindelijk de onderhandelde vergoedingen betaalt.... Als er een overeenkomst is met de vertegenwoordigers van de zorgverleners, waarom zou men individueel op het akkoord moeten inschrijven? Wij menen dat er op het niveau van de artsensyndicaten een besef bestaat van de collectieve verantwoordelijkheid van de zorgverleners op maatschappelijk niveau. Wij moeten dus de discussie durven aangaan of dit de toegankelijkheid van onze gezondheidszorg beter kan waarborgen, met respect voor een globale en collectieve positionering van de zorgverleners in plaats van een individuele positionering."
Sommige Franstalige syndicalisten klagen over het grote aantal werkdocumenten in het Nederlands, wat kunt u doen?
"Ik denk niet dat er een toename is in dat opzicht. De documenten zijn geschreven in de taal van degenen die ze opstellen. Normaal gesproken worden alle officiële besluitvormingsdocumenten vertaald, soms met enige vertraging, voor documenten die op het laatste moment binnenkomen. Ik zal erop toezien dat dit geen moeilijkheden veroorzaakt voor een correcte deelname aan en een goed begrip van onze organen en overlegvormen."
Lees ook:
> Afscheid Jo De Cock (1): "Dit is een momentum voor veranderingen"
> Afscheid Jo De Cock (2): "Therapeutische verantwoordelijkheid in plaats van therapeutische vrijheid"
> Afscheid Jo De Cock (3): "Jean-Luc Dehaene maakte de meeste indruk"