Essentiële en gemengde chirurgische verstrekkingen in ziekenhuizen hebben door het coronavirus al meer dan een jaar achterstand opgelopen. Bij niet-essentiële zorg gaat het al om 4,6 jaar. Dat meldt het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (Riziv) na een audit.
Om de impact van covid-19 op de verstrekte zorg in ziekenhuizen in te schatten, voert de Dienst Audit Ziekenhuizen, een samenwerking tussen het Riziv, de FOD Volksgezondheid en het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) regelmatig audits uit. Hierbij focust het op de opgelopen zorgachterstand en inlooptijd.
In de audit worden drie soorten zorg onderscheiden: essentiële zorg, waarvan het uitstel kan leiden tot substantiële gezondheidsschade voor de patiënt; niet-essentiële zorg, waarvan uitstel leidt tot geen of beperkte gezondheidsschade bij de patiënt; en ten slotte gemengde zorg, die afhankelijk van de context essentieel of niet essentieel kan zijn.
Voor de covid-19-periode van maart 2020 tot en met mei 2021 noteert het Riziv opbouwende achterstanden tijdens de eerste, tweede en derde golf, en inhaalbewegingen tussen de golven in, met een absolute piek in maart 2021.
Chirurgie
De eerste golf (april 2020) kende een grote terugval van essentiële chirurgische verstrekkingen, die de ziekenhuizen tijdens de zomer van 2020 lichtjes inhaalden.
Tijdens de tweede golf (november 2020) zakten de essentiële chirurgische verstrekkingen tot 80 procent ten opzichte van de normale situatie en de niet-essentiële chirurgische verstrekkingen tot 33 procent.
Vanaf december 2020 tot en met maart 2021 was er dan inhaalbeweging. "Op de piek in maart 2021 bedraagt het aantal uitgevoerde essentiële chirurgische verstrekkingen 118 procent ten opzichte van de jaren vóór covid-19. Het aantal niet-essentiële chirurgische verstrekkingen zelfs 127 procent. Deze inhaalbeweging is beduidend groter dan die na de eerste golf", klinkt het.
Tijdens de derde golf (april-mei 2021) stagneerde de inhaalbeweging en liepen achterstanden opnieuw op.
In vergelijking met de referentiejaren werd nog 83% van de essentiële prestaties uitgevoerd, en 89% van de niet-essentiële.
Gelijkaardige analyses tonen aan dat eind mei de meeste disciplines een geaccumuleerde vertraging hadden van 10 tot 15% van hun "normale jaarlijkse productie". Het Riziv stelt de grootste achterstand vast bij vaatheelkunde en NKO-chirurgie (zie verder).
Interne geneeskunde
Grote opgestapelde vertragingen in (21% einde mei) en geriatrie (20% einde mei), waarbij het Riziv geen enkele inhaalbeweging vaststelt.
De vertragingen bij gastro-enterologie (11% eind mei) en neurologie (9% eind mei) verminderden.
Positief: de bijna volledige inhaalbeweging bij cardiologie (3% einde mei) en geen vertraging bij oncologie volgens Riziv-gegevens.
Psychiatrie
Vanaf decembre 2020 vermindert de vertraging over het algemeen, maar dat stagneert tijdens de 3de golf.
De achterstand op het vlak van de toezichtshonoraria bij volwassenenpsychiatrie ligt tussen 5 et 9%. In kinderpsychiatrie stelt het Riziv eind mei een gelijkaardig of hoger aantal prestaties vast vergeleken met de vorige pandemieperiode.
Het aantal psychiatrische consultaties in de acute ziekenhuizen loopt 19% vertraging op zonder inhaalbeweging.
Vaatheelkunde en NKO-heelkunde vooral
"Vooral de vaatheelkunde (28 procent) en de neus-keel-oorheelkunde (40 procent) hebben hoge zorgachterstanden en tonen nog geen inhaaltrend", aldus het Riziv. Wel zitten daar een aantal verstrekkingen bij die gekend zijn voor hun "overuse". Dit wil zeggen dat niet al deze verstrekkingen volledig dienen ingehaald te worden.
"We schatten dat voor het inhalen van alle essentiële en gemengde chirurgische verstrekkingen er 1,2 jaar nodig zal zijn. Van de niet-essentiële zorg gaat het om 4,6 jaar, de inhaal van 'overuse' inbegrepen", luidt het.
Om de raming van de inlooptijden te kunnen maken, werd een scenario gehanteerd waarbij gemiddeld 5 procent extra capaciteit, deels via een hogere efficiëntie, ten opzichte van 2019 kan worden vrijgemaakt.