Gedeelde diensten - naar een veerkrachtiger gezondheidszorgsysteem (Antaresrapport)

België streeft naar een duurzamer en veerkrachtiger gezondheidszorgsysteem. Covid legde dan weer scherper dan ooit een structureel tekort aan gezondheidswerkers bloot. Gedeelde diensten (of ‘shared services’) - van labs, apotheken, opleidingen of cybersecurity... - kunnen deels aan deze uitdagingen tegemoetkomen, besluit de vijfde Health Prospecting-studie van ING België, in samenwerking met Antares Consulting,

Twee jaar na de eerste lockdown bereiden ook de Belgische ziekenhuizen zich voor op een post-corona-tijdperk. Maar de druk op de gezondheidszorg blijft een uitdaging. Om de kwaliteit van onze zorg te verbeteren is meer samenwerking tussen ziekenhuizen onontbeerlijk. Investeren in gedeelde diensten, of ‘shared services’, in de ziekenhuisnetwerken is een van de oplossingen. Shared services zijn de sleutel om ziekenhuisnetwerken inhoud te geven, maar het is een complexe manier van organiseren. Het rapport schetst de haalbaarheid en de toegevoegde waarde van verschillende soorten diensten, en de obstakels en hefbomen  voor de invoering ervan in België.

Kempens voorbeeld

Van de voordelen is alvast het netwerk Kempen een mooi voorbeeld. Daar kozen 3 van de 4 ziekenhuizen ervoor om hun klinische laboratoria te bundelen binnen een ziekenhuisassociatie. Het 4de ziekenhuis zou zich in de nabije toekomst bij hen moeten voegen. Het gezamenlijk ontwikkelde financiële model voegde kosten en opbrengsten samen. Het saldo wordt onder de leden verdeeld op basis van het inkomen dat door elk van hen wordt gegenereerd. Het gaat dus om veel meer dan enkel een bestuurlijke fusie.

Het akkoord over het financiële model is bepalend voor de goede samenwerking. Het netwerk Kempen heeft schaalvoordelen behaald door volumeconcentratie. Het delen van diensten heeft ook geleid tot meer investeringen. Er zijn ook voordelen waargenomen op het gebied van HR, met name in de context van trainingen die nu kunnen worden gebundeld, evenals het opzetten van sub-specialisaties.

Door laboratoriumtechnici de leiding te geven over het gehele laboratoriuminformatiesysteem (LIS) konden meer vaardigheden worden aangetrokken en behouden. Een ander belangrijk element in het succes van dit experiment, aldus het rapport: de consolidatie verstoorde het functioneren van de arts die de analyses aanvraagt niet.

Er wordt ook verwezen naar enkele interessante buitenlandse experimenten (Denemarken, Frankrijk...) wat de weerslag op artsen betreft.

Menselijk kapitaal

Een boeiend beleidsdocument met heel wat verdiensten is dit rapport dus, al doet het item 'druk op menselijk kapitaal' (blz. 31) toch ook even de wenkbrauwen fronsen als het rapport stelt dat België niet zozeer kampt met een verpleegkundigen-, dan wel met een artsentekort. Een stelling die door menig expert op zijn minst genuanceerd zal worden en zeker door artsen en verpleegkundigen zelf.

Zo zal de dubbele cohorte artsen in opleiding meer dan soelaas bieden nu die op de arbeidsmarkt komt. En over het lage aantal verpleegkundigen per bed in België in vergelijking met Europese schaal is ook al heel wat inkt gevloeid.

Opvallend trouwens dat bij de medewerkers van het rapport hier zo goed als geen medisch of verpleegkundig directeur betrokken is. Het recente contingenteringsdebat leert overduidelijk dat het aantal artsen/inwoner sterk verschilt per regio en per specialisme. Maar verder slaat men enkele nagels met koppen zoals het feit dat onze regelgeving duidelijkheid mist, wat bijvoorbeeld netwerkvorming afremt.

Ziekenhuisnetwerken met overheidsverbintenis

De implementatie van  ziekenhuisnetwerken zoals die in 2021 werden uitgetekend blijft een van de prioriteiten. Een gemiddeld netwerk in België telt 5 ziekenhuizen, goed voor zo'n 2.250 bedden om een bevolking van ongeveer 615.000 inwoners te bedienen en een gemiddelde omzet van 887 miljoen euro.

In de context van de hervorming van het ziekenhuislandschap moeten ziekenhuizen meer structureel samenwerken om de activiteiten beter te verdelen, de zorg te coördineren en de waarde voor de samenleving en de patiënten te maximaliseren. Die samenwerking vereist wel een duidelijke verbintenis of zelfs financiële steun of stimulansen van de overheid.

"We hebben gekeken naar de haalbaarheid van gedeelde diensten en naar de toegevoegde waarde van het samenbrengen van verschillende diensten, met een reeks aanbevelingen  die kunnen worden meegenomen in het debat over de hervorming van het ziekenhuislandschap", dixit Joke Bouckaert, hoofd Public Sector & Social Profit bij ING België.

"Het begrip shared services kan zeer verschillen. Samenvoegen van middelen (personeelszaken, IT of technieken zoals medische apparatuur) of een vaardigheid. Gedeelde diensten kunnen slaan op een structuur dan wel regionaal, nationaal of internationaal zijn. Tot slot kunnen gedeelde diensten ook  op verschillende niveaus slaan van het proces: aankoop, behandeling, expertise of de kwaliteitsbewaking", meent Eduard Portella, Voorzitter Antares Consulting.

Voordelen gedeelde diensten overstijgen schaalvoordelen

De belangstelling voor gedeelde diensten is doorgaans ingegeven door de wens om schaalvoordelen te realiseren, maar er zijn ook andere drijfveren, zoals verbeterde efficiëntie en kwaliteit.

Schaal: In een gefragmenteerd, kapitaalintensief ziekenhuislandschap kan schaalgrootte leiden tot betere prestaties.

Operationele efficiëntie: gericht op procesverbetering leiden ‘shared services’ tot een aanzienlijke verhoging van de productiviteit.

Kwaliteit: die wordt onder meer verbeterd door een geringere variabiliteit in de klinische praktijk, meer specialisatie en een geoptimaliseerd strategisch beheer.

Onderzoeks- en onderwijscapaciteit: de instellingen beschikken over meer middelen, met name op het gebied van technologie, methodologie en organisatie.

Aantrekkelijkheid (voor professionals en patiënten): de toegang tot “zeldzame” medische vaardigheden en dure niet-medische profielen maakt de verzorging van patiënten met specifieke behoeften mogelijk.

Portfolio van diensten: de toename van het aantal patiënten en procedures in een klinische specialisatie maakt investeringen in nieuwe subspecialisaties mogelijk en verbetert zo de toegankelijkheid van de gezondheidszorg voor de bevolking.

Cybersecurity vergt samenwerking op nationaal niveau

In 2021 heeft het stijgende aantal aanvallen op de IT-systemen van zorginstellingen het belang van cyberveiligheid in de zorgsector in de schijnwerpers gezet vanwege de gevoeligheid van de gegevens die het verwerkt. Aangezien de beschikbaarheid van gezondheidsgegevens van patiënten strikt noodzakelijk is voor de zorg binnen de netwerken, vergen deze nieuwe praktijken en de inherente risico’s aanzienlijke investeringen. En dus samenwerkingsverbanden op landelijk niveau.

Duidelijk engagement van de regelgever

De huidige regelgeving mist duidelijkheid, met name op het gebied van erkenningen of de verplichte aanwezigheid van bepaalde specialiteiten op lokaal niveau. Bijvoorbeeld voor de apotheek  is een algemene verduidelijking nodig van de aard van de kernactiviteiten die - volgens de wet - in elk ziekenhuis aanwezig moeten zijn. "Welke activiteiten kunnen bijvoorbeeld worden geconsolideerd of welke moeten afzonderlijk worden gehouden?” Dit kan ook leiden tot verwarring en terughoudendheid om een gezamenlijke apotheek op te zetten.

"Het is voor de actoren in het veld van essentieel belang dat de politieke autoriteiten duidelijk te kennen geven dat zij de gedeelde diensten willen ondersteunen en ontwikkelen. Maar ook dat zij de richting aangeven die zij wensen in te slaan en hun visie op samenwerking in het kader van de netwerken bepalen", besluit Eduard Portella.

Het volledige rapport leest u hier.

Aan het rapport werkte een hele reeks experts mee uit de ziekenhuiswereld:

  • Koen Michiels - Gedelegeerd bestuurder AZ Nikolaas (netwerk MIRA)
  • Erwin Bormans - Algemeen directeur Ziekenhuis Oost-Limburg (netwerk Noord-Oost Limburg) Rudy Van Ballaer - Algemeen directeur AZ Herentals (netwerk Kempen)
  • Pascal Verdonck - Voorzitter raad van bestuur AZ Maria Middelares (netwerk E17)
  • Bart Pardon - Algemeen directeur Imelda Ziekenhuis (netwerk Briant)
  • Niko Dierickx - Algemeen directeur AZ Sint-Lucas (Bruges) (netwerk KOM)
  • Wim Robberecht - Algemeen directeur UZ Leuven (netwerk PLEXUS)
  • Marc Noppen - Algemeen directeur UZ Brussel (netwerk CUROZ)
  • Wouter De Ploey - Algemeen directeur ZNA (netwerk GZA-ZNA)
  • Kristof Eecklo - Lid raad van bestuur UZ Gent (netwerk Gent)
  • Peter Lauwyck - Algemeen directeur Sint-Andriesziekenhuis (netwerk TRIaz)
  • Alain Javaux - Algemeen directeur CHC Groupe Santé (netwerk MOVE)
  • Gauthier Saelens - Algemeen directeur GHDC (netwerk Charleroi Metropole)
  • Didier Delval - Algemeen directeur CHWAPI (netwerk Phare)
  • Benoit Debande - Algemeen directeur CHIREC (netwerk CHORUS)
  • Philippe Leroy - Algemeen directeur CHUSP (netwerk CHORUS)
  • Hadewig de Corte - Algemeen directeur Clinique Saint-Jean (netwerk H.Uni)
  • Erich Brohon - Medisch directeur CHRV (netwerk ELIPSE)
  • Stéphan Mercier - Algemeen directeur Pôle Hospitalier Jolimont (netwerk Helora)
  • Benoît-Yves Libert - Algemeen directeur CHU-UCL Namur (netwerk Namur)

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.