Op dit ogenblik en op basis van de huidige kennis van dit virus, zijn varianten en de huidige vaccins, is een vaccinatieplicht van beperkte duur geoorloofd. Dat stelt de Hoge Gezondheidsraad (HGR). "Het is wel belangrijk om het juiste doel en de juiste indicatoren voor ogen te houden."
Beleidsmakers moeten bepalen wat ze met de vaccinatieplicht willen bereiken, klinkt het. Als de autoriteiten bijvoorbeeld voor ogen hebben om sterfte te beperken, dan zou de vaccinatieplicht enkel kunnen gelden voor alle 65-plussers.
Als het hoofddoel is om het ziekenhuissysteem te ontlasten en uitstel van zorg te beperken, dan zou een leeftijdsgrens vanaf 40 jaar en ouder relevant zijn.
Een verplichting voor de volledige volwassen bevolking zou dan weer als doelstelling kunnen hebben om de overbelasting van huisartsen en eerstelijnszorg aan te pakken.
De relevantie van de verplichting moet regelmatig worden herzien, bijvoorbeeld elk jaar, op basis van voortschrijdend inzicht over toekomstige varianten, nieuwe vaccins (in ontwikkeling) en de epidemiologische situatie op dat moment, klinkt het nog. Ook moet er nagedacht worden over een compensatie- en zorgsysteem bij zeldzame en ernstige bijwerkingen.
Daarnaast spreekt de Hoge Gezondheidsraad zich ook uit over het Covid Safe Ticket (CST). De raad wijst erop dat bepaalde bevolkingsgroepen het CST als negatief ervaren, wat een weerslag kan hebben op andere vaccinatieprogramma's, vooral bij mensen die al weinig vertrouwen hebben in de bestaande programma's en overheidsinstanties. Verder kan het CST leiden tot een vals gevoel van veiligheid, waardoor andere basisregels, zoals fysieke afstand, handhygiëne en het dragen van mondmaskers, onverstandig worden losgelaten of versoepeld, aldus de HGR.
Het is aanvaardbaar om tools in te zetten, zoals het CST, om de vaccinatie te steunen, maar de HGR zegt die niet te steunen wanneer er een "verborgen" vaccinatieverplichting achter zit.
"Het gebruik van het CST en de verplichting tot vaccinatie zijn op zichzelf staande gezondheidsmaatregelen die elkaar niet noodzakelijk uitsluiten. Beide moeten ingezet worden met een duidelijk gedefinieerd doel, dat van elkaar kan verschillen, en up-to-date gehouden moet worden volgens de best beschikbare wetenschappelijke gegevens", aldus de HGR. "Een vaccinatieplicht sluit het nut van het CST niet uit, en omgekeerd sluit het gebruik van het CST niet uit dat een vaccinatieplicht een meerwaarde kan betekenen."
De HGR pleit ervoor om over al deze elementen een diepgaand politiek debat te voeren. Als er iets beslist wordt over een vaccinatieverplichting of het CST, "moet dit op een duidelijke en transparante manier aan het publiek worden meegedeeld". "In het ideale geval wordt er, tenminste in Europa en zo mogelijk wereldwijd, een eensgezinde en gemeenschappelijke visie ontwikkeld zowel voor het CST als voor de verplichte vaccinatie tegen het coronavirus", besluit de HGR.