Vorig jaar werden er 526 klachten ingediend tegen woonzorgcentra, wat een lichte verbetering is in vergelijking met de 600 klachten in 2022. Dat blijkt uit het jaarverslag 2023 van de Woonzorglijn. Iets minder dan de helft van de klachten bleek achteraf gegrond te zijn.
De Woonzorglijn, het contactpunt van de Vlaams overheid voor vragen en klachten over ouderenvoorzieningen, registreerde vorig jaar in totaal zo'n 2.030 oproepen. Daaronder waren er 1.504 vragen te zijn en 526 klachten.
"Het is een voorzichtig positief signaal dat het aantal klachten via de Woonzorglijn vorig jaar is gedaald. Toch blijft het aantal klachten nog te hoog", stelt Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) vast. "Dat is niet helemaal verwonderlijk gezien de moeilijke zoektocht naar voldoende personeel en de toenemende zorgzwaarte van bewoners in een woonzorgencentrum", vult de minister aan.
Die trend weerspiegelt zich ook in de klachten, waarbij er zo'n 54 procent over de kwaliteit van de zorg ging. Onder die categorie registreerde de Woonzorglijn regelmatig problemen bij zowel de toediening, verdeling en begeleiding van medicatie als de lichaamsverzorging en het dagelijkse levensonderhoud van de bewoners.
Het aandeel klachten over de omkadering in woonzorgcentra, dat de voorbije twee jaar sterk was gestegen, is wel zichtbaar gedaald. In 2023 ging het om zowat 19 procent van het totale aantal. Onder meer het aantal klachten over de personeelsomkadering en de behandeling door het personeel is afgenomen.
46 procent van de onderzochte klachten bleek na onderzoek gegrond. 23 procent was dat niet. Zo is de verwachting van de klachtindiener soms anders dan wat de regelgeving voorschrijft. Ook een subjectieve beleving kan meespelen, al is dat moeilijk vast te stellen. De overige 31 procent was bij het opstellen van het jaarverslag nog in onderzoek, niet vast te stellen of inmiddels geannuleerd.