Verschillende organisaties die de belangen van zorginstellingen verdedigen hebben premier Alexander De Croo donderdag in een brief gevraagd om de vaccinatieplicht niet alleen voor het zorgend personeel in te voeren, maar voor alle medewerkers. De brief, ondertekend door onder meer Zorgnet-Icuro en VVSG, komt er in aanloop naar het Overlegcomité van vrijdag. Ze willen ook duidelijkheid over de datum waarop die plicht in werking zal treden.
De federale regering bereikte in november een akkoord over de verplichte vaccinatie in de zorgsector. Toen werd aangekondigd dat vanaf 1 januari het zorgpersoneel drie maanden de tijd zou krijgen om zich te laten vaccineren. Vanaf 1 april zou wie een vaccin weigert, ontslagen of voor zes maanden geschorst worden. De wet werd echter nog niet geste md, en de verschillende federaties vrezen dat de overgangsperiode ingekort zal worden, waardoor ze over onvoldoende tijd zullen beschikken om de modaliteiten van de verplichting te leren kennen.
De vaccinatieplicht beperkt houden tot enkel het zorgpersoneel "zou de maatregel minder doeltreffend maken voor de volksgezondheid", klinkt het verder in de brief. "Er is bijvoorbeeld een nauwe band tussen het onderhoudspersoneel en de patiënten of bewoners. Bovendien verspreidt het virus zich via aerosolen." Behalve Zorgnet-Icuro en VVSG (Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten) ondertekenden verder onder meer de Franstalige tegenhanger van de VVSG, de Franstalige zorgkoepel Santhea, Gibbis (Gezondheidsinstellingen Brussel) en de Federatie van Brusselse OCMW's de brief.
De Raad van State noemde de vaccinatieverplichting voor het zorgpersoneel in een advies van 24 december wettelijk en proportioneel. Dat advies sterkt de ondertekenaars van de brief in hun standpunt. Verder menen ze dat de Raad ook het argument van tafel veegt dat de federale overheid niet bevoegd is om de plicht uit te breiden naar al het personeel in de sector. De organisaties wijzen erop dat de Raad oordeelde dat de verdeling van de bevoegdheden tussen de federale staat en de deelstaten "in casu geen voldoende rechtvaardiging kan vormen voor het gemaakte onderscheid in behandeling". In het advies lezen ze ook dat "de federale overheid in theorie regels inzake vaccinatie kan vaststellen op basis van andere bevoegdheden" dan die welke zij heeft op het gebied van gez ondheid en de regeling van de toegang tot beroepen.