De recente wet op de ziekenhuisnetwerken gaf de medische netwerkraden een voorschrijvende rol: de meeste zaken die voor advies voorkomen, moeten op paritaire basis met de ceo worden onderhandeld. Een geweldige kans. Maar om in deze uitdaging te slagen, moeten de medische raden hun werkwijze professionaliseren.
Ziekenhuisartsen hebben te maken met veel problemen: de honoraria nemen maar met mondjesmaat toe en dalen zelfs in sommige instellingen, hogere afdrachten geëist door managers vanwege de loonkosten (verpleegkundigen, administratief personeel, werknemers) en soms een laks bestuur. Onder druk wordt de medische raad te vaak niet gehoord of zelden betrokken bij beslissingen van de ceo.
Maar door de recente wet op de netwerken krijgen de raden dus een formidabele kans om medische prioriteiten door te drukken bij het management, en wordt hen een nieuwe verantwoordelijkheid toegespeeld.
Een medische netwerkraad moet er overal komen en er is overleg nodig vooraleer de besluitvorming voltrokken die slaat op zorgdoelstellingen in die netwerken. De erkenningsnormen die onder de verantwoordelijkheid van de regio's en gemeenschappen vallen, moeten rekening houden met de nieuwe prerogatieven van de medische netwerkraad.
Expertise spreiden
In een netwerk moeten ziekenhuisartsen snel, via hun respectieve medische raden, hun toekomstige samenwerking aflijnen: toewijzing van activiteiten aan de verschillende ziekenhuizen, patiënten- en artsenmobiliteit tussen de betrokken ziekenhuizen, en geldstromen. Er kan geen sprake van zijn om bepaalde instellingen te begunstigen die alle 'expertiseactiviteiten' concentreren en andere te veroordelen tot een basisactiviteit: dat zou betekenen dat de kwaliteiten en kwalificaties van de teams verloren gaat, met name in de meer intensieve zorgafdelingen.
Wel integendeel: in het belang van de patiënten en hun familie zullen de expertiseactiviteiten tussen de verschillende ziekenhuizen in het netwerk moeten worden gedeeld: oncologie, moeder-kind, noodgevallen, enz. Een goed territoriaal netwerk is essentieel. Het netwerk moet een breed scala aan diensten aanbieden. Het zal één enkel ziekenhuis met meerdere vestigingen worden, waarbij elke vestiging basiszorg en één of meer specialistische opdrachten (zelfs focused factories ) zal aanbieden.
De akkoorden tussen de ziekenhuizen van het netwerk zullen de zorgcontinuïteit op ziekenhuisniveau moeten beschrijven na een verblijf in een van de andere ziekenhuizen van het netwerk, de organisatie van de ambulante activiteiten (mobiliteit van artsen voor een zware follow-up). Verder ook de betalingsmethoden van de netwerkartsen en de toegang van de ziekenhuisartsen tot andere ziekenhuizen van het netwerk voor de behandeling van hun patiënten. Er zullen ook samenwerkingsprotocollen met de behandelende huisartsen en hun eerstelijnsmedewerkers nodig zijn, inclusief transmurale diagnostische en therapeutische paden. Men zal dus moeten samenwerken met de behandelende huisartsen en hun eerstelijnsmedewerkers, met inbegrip van transmurale diagnostische en therapeutische paden.
De taken van de supraregionale zorg moeten worden beperkt tot het beheer van ziekenhuisopnames voor zeldzame of zeer veeleisende pathologieën volgens menselijke en financiële middelen: orgaantransplantaties, zware kinderchirurgie (aangeboren aandoeningen), pediatrische oncologie, bepaalde kankers voor volwassenen, ernstige brandwonden.
Professionaliseren
Om deze uitdaging aan te gaan, moeten de medische raden hun werkwijze dus professionaliseren: hun leden vinden het belangrijk om een gediversifieerde opleiding in alle aspecten van het management. Niet om manager te worden, maar om de instrumenten te kennen om het ziekenhuisbedrijf te begrijpen. Deze opleiding moet met name aansluiten bij de opleiding die van bestuursleden van een raad van bestuur wordt verwacht: management van vergaderingen, conflictoplossing, wetgevende en financiële aspecten, veranderingsmanagement.
Het spreekt voor zich dat de actieve leden van de medische raad voor dat soort activiteiten moeten worden vergoed die hen deels beletten om hun beroep uit te oefenen.