Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) wil een kader voor cohousingprojecten met een zorgvraagstuk. Dat zei hij in het parlement na interpellaties en vragen van Lorin Parys (N-VA), Hannes Anaf (Vooruit) en Ann De Martelaer (Groen). Aanleiding was het probleem rond het 'woonzorgcentrum' in Geraardsbergen.
In het Oost-Vlaamse Geraardsbergen warenb donderdag zeventien bewoners van een voormalige groep van assistentiewoningen geëvacueerd nadat de politie was binnengevallen in het kader van een gerechtelijk onderzoek. Dat werd opgestart nadat er klachten waren ingediend wegens verwaarlozing.
De erkenning voor Residentie Beauprez was in juni 2021 al ingetrokken omdat de zorg er onvoldoende was. Het project maakte echter een doorstart als cohousingsproject Alegria.
"De laatste onaangekondigde opvolgingsinspectie op dit adres dateert van 23 juli 2021", zei Beke. "Het inspectiebezoek had als doel na te gaan of de uitbating als groep van assistentiewoningen daadwerkelijk werd stopgezet." Daarna ging de inspectie niet meer langs. "Uit de informatie die op 23 juli 2021 aanwezig was, bleek dat er voor de meest zorgbehoevende bewoners die aanwezig waren op de dag van de inspectie de nodige omkadering was voorzien", aldus de minister. Het project werd daarna omgevormd tot cohousing.
Volgens Beke wordt momenteel bekeken hoe dergelijke cohousing met een zorgvraag beter kan worden gereglementeerd. "Het Agentschap Zorg en Gezondheid bespreekt momenteel intern op welke wijze hier verder mee kan aan de slag gegaan worden om tot een kader te komen", zei hij.
"Dit is geen eenvoudige reglementering, aangezien men zich hier op veel snijpunten vindt van verschillende regelgevingen. Cohousing door ouderen is niet per definitie verboden, integendeel, twee of drie ouderen die zelf wensen samen te wonen, moet zeker kunnen. Het is echter iets anders als dit gebeurt door een externe organisatie die heel wat zorg aanbiedt waardoor er in de feiten geen tot weinig sprake is van keuzevrijheid voor de zorg. Hier was het duidelijk dat de dienstverlening was afgebouwd op z org- en verpleegkundig vlak en dat alle dienstverlening facultatief was."
