"Coördineren epidemie is geen eenheidsworst" (Vandenbroucke)

Voor federaal minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (Vooruit) vormt een asymmetrisch gezondheidsbeleid absoluut geen probleem. Het kan volgens hem zeer relevant zijn.

De federale ministers Verlinden (CD&V) en Clarinval (MR) zijn binnen de regering De Croo samen bevoegd voor institutionele hervormingen. Ze moeten met andere woorden een volgende staatshervorming voorbereiden. Het regeerakkoord zegt dat ze moeten bekijken hoe bepaalde bevoegdheden op maat van de deelstaten kunnen worden uitgevoerd.

Verlinden en Clarinval vroegen hun collega’s in de federale regering wat zij binnen hun bevoegdheden voorstellen. Erg groot is het enthousiasme van de ministers en staatssecretarissen blijkbaar niet, want amper vier namen de moeite om een antwoord te formuleren. Een van hen is minister Vandenbroucke. Op vraag van kamerlid Sander Loones (N-VA) verduidelijkte hij in de kamercommissie welk advies hij Verlinden en Clarinval gaf.

Vier facetten

De minister toont zich geen tegenstander van een asymmetrisch beleid waarbij de deelstaten deels hun eigen weg kiezen. “Wat volksgezondheid betreft, kan ik vier facetten van het beleid aanstippen waarin asymmetrisch beleid absoluut relevant is”, is Vandenbroucke meteen heel duidelijk.

Een mooi voorbeeld van de voordelen van een asymmetrisch beleid ziet hij in de gedifferentieerde financiële ondersteuning van vaccinatiecampagnes en screeningprogramma’s in de gewesten. In het verleden gebeurde dat al voor baarmoederhalskankervaccinatie in Vlaanderen en darmkankerscreening in Wallonië. “Er is geen enkele reden waarom men dat, als het globaal politiek evenwichtig en verantwoord is, niet meer zou doen.”

Een tweede voorbeeld zijn proefprojecten rond chronische zorg en de overeenkomsten over psychologische zorg in de eerste lijn. “Het is perfect mogelijk, zelfs aan te bevelen, dat de deelstaten verschillende eigen specifieke initiatieven koppelen aan de projecten in Chronicare, rekening houdend met de eigen voorkeuren.”

Zelfs in delicate onderwerpen als remgeld ziet Vandenbroucke mogelijkheden om asymmetrisch te werk te gaan. Met name in de samenwerkingsakkoorden over de remgeldenopname in het kader van overgehevelde bevoegdheden naar de deelstaten, in het federale systeem van de maximumfactuur en de financiering daarvan. “Het is perfect denkbaar dat in de mate dat de deelstaten eigen bevoegdheden hebben op deeldomeinen van de gezondheidszorg, ze verschillende benaderingen kunnen ontwikkelen van wat het persoonlijk aandeel is dat patiënten moeten betalen en dat ze verschillende inbrengen wat ervan moet worden meegerekend in het systeem van de maximumfactuur.”

Tijdens de coronapandemie werd er wel eens geopperd dat een asymmetrisch beleid nefast is voor een gedegen aanpak van een probleem van die grootteorde. Vandenbroucke stelt dat er tijdens de pandemie veel werd gecoördineerd op nationaal vlak, zoals bepaald wanneer de federale fase wordt afgeroepen, maar dat het toch perfect mogelijk bleef om regionaal verschillende accenten te leggen. “Dat is gebeurd en daar is niks verkeerds aan. In het beheer van zo’n epidemie moet men coördineren, maar dat komt niet per definitie overeen met eenheidsworst”, besluit Frank Vandenbroucke.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Luc COLEMONT

    11 april 2022

    De alinea over de 'darmkankerscreening in Wallonie' heb ik 4 keer gelezen, maar ik kan me moeilijk voorstellen dat de Minister dit als een 'mooi voorbeeld van de voordelen' vindt....