Eerste schermutselingen zorgopdrachten netwerken

De discussie over welke zorgopdrachten thuishoren bij supraregionale dan wel locoregionale netwerken, belooft nog een stevige kluif te worden. Zo staat de visie van minister Vandenbroucke vaak diametraal op dei van het advies dat de Federale Raad voor Zorgvoorzieningen (FRZV) afleverde midden december vorig jaar.

De kwestie kwam aan bod op het webinar 'de medische raad geadviseerd, expert editions, georganiseerd door Bvas. In een aankondigend artikel van De Specialist liet Liesbeth Lafaut (Arcas Law) al uitschijnen dat er nogal wat chaos heerst over hoe het nu verder moet met de netwerken. In zijn inleiding sloot dr. Michel Vandenbroucke zich daarbij aan.

Het pakketje vragen dat rijst, is niet min. We pikken er enkele uit: wat met de beheerstructuur, naar welk soort model moeten we, wat met statuut van de artsen, welke financiële afspraken zijn mogelijk, hoe moet het met artsenassociaties, kunnen die per discipline of eerder thematisch worden georganiseerd, wat met pensioenafspraken in verschillende ziekenhuizen van hetzelfde netwerk, wat met de rol van artsen in het governancemodel netwerk, wat met de  historisch opgebouwde activa?

Te veel vragen om allemaal te beantwoorden, al deden meester Liesbeht Lafaut en Jellina Buelens hun best. Onmogelijk ook om op alle aspecten in te gaan, maar een van de meest opvallende was wel de nog steeds uiteenlopende visie tussen beleid en de FRZV.

De minister vroeg immers als voorbereiding op verder wetgevend werk het advies van die FRZV op 28 oktober vorig jaar. Hij tracht nu de zorgopdrachten af te lijnen die bestemd zijn voor supraregionale, resp. locoregionale ziekenhuisnetwerken. Het gevraagde advies kwam er op 16 december 202. Op zich zeer interessant want de ministe nam het zowat integraal over in zijn nota begin 2022.

Behalve dan als het gaat over de toekenning van de zorgopdrachten. Men beseft stilaan dat netwerken nogal heterogeen zijn en moeilijk in vakjes te stoppen vallen. De FRZV wees er overigens al op dat de lijst zorgopdrachten dynamisch en evolutief is want nog onvolledig soms. Om toekomstige zorgopdrachten in te voegen, bestaat nu trouwens niet eens de mogelijkheid. Van belang is vooral het criterium dat de zorgopdracht moet beantwoorden aan bestaande patiëntennoden waarop men dan eventueel uitzonderingen kan toestaan. De minister lijkt wel uit te gaan van een veel beperktere invulling van die opdrachten, vergeleken met het FRZV-advies en bekeken volgens zorgdomein. Dat blijkt glashelder uit de onderstaande tabel.

Zorgopdracht  Voorstel minister VDB Advies Fed. Raad Zorgvoorzieningen 16/12/21
L-bedden Supraregionaal Supraregionaal maar toekomstig zorgprogramma besmettelijke ziekten locoregionaal
PET-scan Supraregionaal Locoregionaal
Coördinerende borstkliniek Supraregionaal Locoregionaal
Pediatrische liaison Locoregionaal Supraregionaal
Weefselbanken Supraregionaal Supraregionaal met weefseldepots voor bot locoregionaal
Robotchirurgie Supraregionaal Niet te programmeren
Zorgprogramma cardiale pathol E Supraregionaal Opsplitsing deel zorgopdrachten supraregionaal, ander deel locoregionaal
Zorgprogramma cardiale pathol B3 Supraregionaal Supraregionaal
Radiotherapie Locoregionaal Locoregionaal, behalve sommige specifieke zorgopdrachten

(c) De Medische Raad geadviseerd, expert editions, Arcas Law

Het komt erop aan dat netwerken zorgopdrachten rationeel aanbieden en uit deze tabel blijkt dat er op dat vlak nog flink wat werk te verzetten is.

Na dit eerste item ging het ook uitvoerig over de netwerk medische raad (NMR), het statuut van de hoofdarts/het hoofdartsencollege in het netwerk en dat van de ziekenhuisarts zelf. Wat de NMR betreft, die beschikt over meer bevoegdheden dan de meeste artsen beseffen, maar het komt erop aan om ze te gebruiken. Om er maar enkele te noemen: de strategie bepalen voor het aanbod aan locoregionale zorgopdrachten of het aanbod coördineren  van algemene en gespecialiseerde zorgopdrachten tussen de ziekenhuizen van hetzelfde netwerk. Of schriftelijke afspraken vastleggen voor de terbeschikkingstelling van (financiële) middelen.

De MRN heeft ook medebeslissingsbevoegdheid over de vergoeding van ziekenhuisartsen, de centrale inning en de aanwending van centraal geïnde honoraria. Kortom: hij kan zich echt ontpoppen tot een tijger in de toekomst. Maar qua concrete uitvoeringsbesluiten wordt nog heel wat mist gespoten, wat leidt tot een pak frustratie. 

"We moeten aandringen op een concreet overlegmodel tussen medische raad en netwerkbeheer", klonk het. Bij een conflict tussen die beide niveaus dreigt een impasse, want de procedure die nu voorzien is en enkele maanden bestrijkt, is niet realistisch door het tijdsopslorpende gepingpong dat dan dreigt te ontstaan.

Vandaar de suggestie van beide juridische experts om in afwachting een POC (paritair overlegcomité) te installeren dat de zaken te velde kan ontmijnen indien nodig.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.