De Europese Unie past de regels voor reizigers uit derde landen opnieuw aan. Meer dan met de situatie in elk land afzonderlijk, wordt voortaan rekening gehouden met de individuele status van de persoon. Mogelijk wordt de Europese lijst van veilige landen binnenkort helemaal geschrapt.
Voor alle duidelijkheid: de EU-lidstaten beslissen nog altijd zelf over hun test- en quarantainebeleid voor inkomende reizigers, maar baseren zich daarvoor wel op een Europese aanbeveling. Het is precies zo'n nieuwe aanbeveling die de lidstaten samen hebben aangenomen.
Ze stellen voor dat individuele lidstaten de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU opheffen voor al wie minstens 14 dagen en niet langer dan 270 dagen voor aankomst volledig gevaccineerd werd of een boosterprik ontving - onafhankelijk van het land waar hij of zij vandaan komt. Ook wie binnen de 180 dagen voor afreis van COVID-19 is hersteld, zou sowieso de Unie binnen moeten kunnen.
Wie geprikt werd met een vaccin dat goedgekeurd werd door de Wereldhandelsorganisatie (WHO), maar niet door het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA), zou wel nog een negatieve PCR-test moeten afleggen voor vertrek. Lidstaten mogen in zulke gevallen ook aanvullende maatregelen zoals quarantaine of isolatie aannemen.
Met de nieuwe aanbeveling wordt ingespeeld op de ontwikkeling van de pandemie, de toenemende vaccinatiegraad en de boostercampagne. Daarom wordt ook aanbevolen om de beperkingen voor reizigers uit een derde land helemaal op te heffen wanneer daar in de voorgaande 14 dagen maximaal 100 coronagevallen werden geteld per 100.000 inwoners. Tot nu lag dat aantal op 75. Enkele andere voorwaarden blijven gelden, zoals vooruitgang bij de vaccinatie.
De nieuwe regels moeten op 1 maart ingaan. Aan de Europese Commissie wordt gevraagd om voor eind april te beslissen of het opportuun is de lijst van veilige landen helemaal te schrappen en over te stappen op een louter persoonsgebonden aanpak.